17-20 augustus 1993
25-28 augustus 1993

Gele-GentiaanZaterdag 21 augustus 1993

Vandaag zijn we met de auto naar de Simplonpas gereden. Alle lichaamsdelen doen pijn, van 1993_Simplonpass_01verbranding of spierpijn van de helse tocht van gisteren. De weg naar de pas is een indrukwekkend bouwsel met een halverwege een verschrikkelijk hoge brug. Op de terugweg zijn we in Brig gestopt om wat rond te kijken, maar veel was er niet te doen en bovendien was het verschrikkelijk warm. Een beetje chagrijnig van de hitte zijn we naar het Lötschental terug gereden en hebben aan de Lonza wat verkoeling gezocht. Ik zorg nog even voor een dijkdoorbraak en even later zijn we aan het mineralen zoeken geslagen.  Tanja vindt een hele grote steen met veel heldere kristallen er in. De steen was zo groot dat we hem niet mee kunnen dragen dus wordt de auto gehaald. Bij de tent aangekomen begonnen we met de steenbeitel fanatiek te hakken. Maar dat viel nog helemaal niet mee. Na al die inspanning hebben we als beloning pannenkoeken gebakken en chagrijnig gedaan. Later snel goed gemaakt en naar Nederland gebeld om door te geven dat alles goed gaat. Pa is jaloers, ma kan zich precies voor de geest halen waar we staan, kortom ’t bijna een thuiswedstrijd.

1993_Steen_01

Zondag 22 augustus 1993

1993_Swarzsee_01Vanmorgen gaan we, zonder (!) kabelbaan op weg naar de Höheweg, een weg die op ongeveer 2100 meter hoogte van het begin van het dal tot aan het einde loopt. Het begin is verschrikkelijk steil, om de 100 meter moeten we even uitrusten. Eenmaal op de Höheweg wordt het makkelijker en wandelen we naar de Swartzsee. Dat is een meertje wat met regenwater gevoed wordt en daarom warm genoeg is om in te zwemmen. Vanaf een rots aan de zijkant kun je het water in duiken. Ergens drijft een vlot en samen varen we het meertje rond.Bietshorn Terug op de camping hebben we wat gelanterfant, wat gehakt op de steen en zijn we lekker uit gaan eten bij pension Bietschhorn. We laten ons verwennen door kuchenchef Herbert, bedienen door Tschello en begeleiden door Medusa. Tschello is een soort hippie met een bijna Chinees uiterlijk, kleine toegeknepen oogjes, een lange dunne snor die wat afhangt aan de zijkanten, klein sikje, lange dunne wijde broek en sandalen. Als hij aan je tafel staat verwacht je elk moment dat hij zijn handen voor zijn borst gaat vouwen en een buiging gaat maken. De kaasfondue is overigens uitstekend maar het allerlekkerste is de salade Bietschhorn, genuttigd met de lekkerste dressing van de hele wereld en met uitzicht op een van de mooiste bergen van de hele wereld namelijk de Bietschhorn zelf. Het terras staat vol met vruchtenbomen, peren en pruimen, die lekkere schaduw leveren. Na het eten als we terug komen bij de tent gaat het onweren en regenen. We kruipen de tent in en vallen met het prettig tikkende geluid van de regen op de tent, in slaap.

Haakse-SleutelbloemMaandag 23 augustus 1993

1993_Steenpyramides_01Het is vanmorgen betrokken dus besluiten we met de ouwe trouwe Mazda op pad te gaan. We gaan richting Sion, het Rhonedal in. In de buurten van Saint Leonard bezoeken we een “Lac Sousterrain” of te wel een ondergronds meer. Vanwege het druilerige weer is het druk en staan we in de rij om binnen te komen. In de rij ontwikkel ik een innige band met een baby die voor me in de rij op de schouder van zijn moeder naar me zit te kijken. Wat gekke bekken trekken en het ventje kraait van plezier. Na een half uurtje wachten stappen we in een bootje met een gids en pakweg 30 andere toeristen om ons op het meertje te begeven. Het meer was 300 meter lang en er waren 4 soorten forellen in uit gezet, er was ook iets over een aardbeving… maar dat hebben we niet meer meegekregen want een stel Spanjaarden zat luidruchtig door de gids heen te kletsen. Toch was het een mooi meer en een leuk uitje. Alors, de reis gaat verder, richting Sion. We komen nog langs een aantal heel merkwaardige zogenoemde aardpiramiden langs de kant van de weg. We veranderen van koers (voor de 3e keer geloof ik) en zijn naar de hoogste stuwdam van Europa gereden. Die was niet alleen hoog qua constructie maar lag ook zeer hoog in het dal. Onze Mazda had er wel wat moeite mee, maar zeker niet meer dan andere auto’s, geen kwaad woord over ’t ouwe beestje. Er volgde nog een zeer steil klim te voet, en aan het einde nog een kabelbaantje voor het laatste stuk. Opgelucht stappen we in om vervolgens op z’n “Tokio’se Metro” opgeduwd te worden tot we als haringen in een ton aangeduwd worden. Boven op de dam was het erg indrukwekkend. Ik geef nog een korte lezing over het hoe en waarom van de stuwdam en vervolgen worden we weer in het kabinetje van de kabelbaan geduwd en die was nog drukker dan op de heenweg. De ijle lucht, de opeen gepakte mensen kortom niet echt gezellig. Een ijsje maakt dan veel goed. De afdaling met de auto was qua benzine erg goedkoop. Rond 16.00 reden we Sion binnen. Daar doen we boodschappen en vervolgens rijden we terug naar de camping. Op de camping wacht ons een teleurstelling omdat twee Duitse families hun caravans klem tegen onze tent aan hadden gezet. We moeten echt balancerend tussen de tent en hun caravan naar de ingang van onze tent komen. Uit hufterigheid parkeren we de Mazda klem tegen hun caravan. Plotseling had de hele camping zich achter ons geschaard, bemoedigend knikjes, glimlachen en opgestoken duimen komen ons tegemoet. ’s Avonds eten we spaghetti.

Stengeloze-SileneDinsdag 24 augustus 1993

De regen valt met bakken uit de hemel, dus moest de Mazda er weer aan geloven. We besloten de Col du St. Bernard te gaan rijden. Onderweg klaarde het weer en ons humeur aardig op. Op de Col du St Bernard was het mooi, maar de honden waren zielig. Nadat ze een aantal jaren geleden een klein ventje dood hadden gebeten moesten ze nu opgesloten zitten in kooien. Het museum was wel mooi. We rijden door naar de Italiaanse kant en als we omkeren om weer te gaan stijgen krijgt de Mazda problemen. De koppeling doet het nauwelijks meer. Een pas nemen zonder koppeling is geen pretje, dat kan ik je wel zeggen. Soms schakelt de auto pas na tientallen keren intrapen over. Als je dan om de 100 meter een haarspeldbocht voor je kiezen krijgt is dat hard werken. Met veel kunst en vliegwerk hebben we de auto bij een garage gekregen. Daar was het snel bekeken. Voor Sfr 450,- zou hij weer helemaal piccobello worden. Donderdag kan hij gemaakt worden. Zo goed en zo kwaad als het gaat rijden we terug naar de camping. Om de ellende te vergeten en omdat we toch al arm waren zijn we ’s avonds lekker aan de kaasfondue gaan , waarbij Tanja als toetje nog een complete Bietschorn verschalkt.

17-20 augustus 1993
25-28 augustus 1993