De bibbers...
Melbourne

Boven China worden de lichten weer aangedaan, mogen de schuifjes van de ramen weer omhoog en wordt het ontbijt geserveerd. Om half 9 Hong Kong tijd landen we. De bagage wordt door gestuurd naar Melbourne dus daar hebben we geen omkijken meer naar. De douane stelt niet veel voor, we worden wel even apart genomen maar veel verder als Where are you from? komt de beste man niet. De douane, op Chinese leest gestoeld, doet zijn uiterste best om bars te kijken maar een dik propje in een uniform, blijft gewoon een dik propje in een uniform. We hebben een daghotel op het vliegveld zelf dus 1 uur nadat we geland zijn worden we verwelkomt door een TV scherm wat blèrt: Dear W J GT Heijdeman Welcome! Wat we wel echt verwelkomen is het bed en tien minuten later liggen we in een diepe slaap. Die jetlag coma houdt ons 3 uur van de aardkloot maar dan moeten we aan de slag. Voor ons ligt Hong Kong, zo’n 15 uur voor het vliegtuig naar Melbourne vertrekt dus; eruit! De ramen van het hotel zijn afgedekt met bamboesteigers die er bijzonder krakkemikkig uitzien maar die wel tot 15 verdiepingen hoog gaan, daarbij nog het gegeven dat er 1 miljard Chinezen zijn, zal het wel niet zo’n ramp zijn als er eentje instort. We douchen en nemen de Airport Expresse naar Hong Kong Island. Bij de deur van de metro staat een meneer met witte handschoentjes mensen te wenken, kijk hier een deur. Op het perron lopen mensen met de zelfde witte handschoentjes propjes te rapen, kortom het is hier allemaal erg schoon en georganiseerd. Hong Kong Island is overweldigend, niet zozeer qua pracht maar wel qua drukte. Overal dure auto’s, massa’s taxi (die er allemaal hetzelfde uitzien) winkels keurig weggewerkt op de twee verdieping van de wolkenkrabbers en op de begane grond taxi’s, taxi’s en nog meer taxi’s. Boven je torenhoge wolkenkrabbers,om je heen voortrazend verkeer, boven je loopbruggen om voetgangers veilig door de stad te leiden en af en toe een oude dubbeldeks tram die misplaatst lijkt tussen al dat moderne geweld.

We gaan naar Victoria Peak, het hoogste punt van Hong Kong Island, met een kabeltrammetje. Onderweg zien we begroeiing die ons thuis doet voelen: de helft van onze kamerplanten staat hier in het wild te groeien. Het trammetje met een hellingspercentage van 23% (houd je wel in je stoel) brengt ons bij een soort superwok; een modern winkelcentrum met wat restaurants in de vorm van een wokschotel. Het uitzicht is werkelijk prachtig. We hebben een mooie dag en ondanks het feit dat het een beetje heiig is kunnen we de omgeving mooi zien. Voor ons de rustige baai en achter ons de wildere Chinese Zee. We eten wat in de superwok (met stokjes!) en gaan weer terug naar beneden. We dwalen door de stad, bezoeken de havens met de veerponten, een aantal leuke obscure markten waar ze gedroogde vogelnestjes, zeepaardjes, slangen en meer eens prachtige dingen verkopen in de apotheek. In een park is een protestactie gaande tegen de Chinese inmenging in Hong Kong. Er staat een groep mensen te Tai-chi’en en die worden heel demonstratief gefotografeerd door de politie. We dwalen verder door parkjes die afgewisseld worden met hectische kruispunten en haastige voetgangers. Rond een uur of zes nemen we de metro terug naar het hotel om daar weer in een onrustige coma te vallen. Stel je voor dat je de volgende dag om 8 uur uitgerust wakker wordt terwijl het vliegtuig om 23.00 vertrekt. De wekker doet het echter en om 22.00 checken we in en vliegen we door naar Melbourne.

De bibbers...
Melbourne