Duik 709 & 710: Wrakduik op de Noordzee
Duik 1010 & 1011: IJsduiken in Maarsseveen

Volgend jaar weer? Ik laat de vraag door mijn hoofd wentelen terwijl het heerlijk warme water me omspoelt. Ik laat me nog wat dieper weg zaken tot ik helemaal ondergedompeld ben in het dampende water. Mijn gedachten gaan terug naar het moment dat de wekker ging: zeven uur op zondag is het eerste hoogtepunt van de dag… Ik stommel uit bed, neem een stevig ontbijt, start de auto en rij naar Glenn. Daar staan de andere, geestelijk ietwat in de war zijnde, mede Gejo-naren. Negen moedige zielen, vergezeld door een groep supporter, hebben besloten af te reizen naar België.

Onderweg veranderd het landschap: vlak land maakt plaats voor glooiende hellingen en eenmaal over de grens: serieuze, met sneeuw bedekte maar met zon overgoten, heuvels. Dan de eerste blik op ons voorland: de Ourthe. Snel stromend troebel water van zo’n 4°C, waar we een zwemtocht van 9 kilometer voor de boeg hebben, stoomafwaarts, dat nog wel, maar toch.

De inschrijving levert de eerste verzoeking. Behalve het wedstrijdnummer krijgen we namelijk ook gelijk de medaille… Niks zeggen, lekker in de auto stappen en weer naar huis gaan? We weerstaan deze aanlokkelijke optie en dus verzamelen de Gejo-naren zich op de parkeerplaats, uit de wind in een heerlijk zonnetje. Glenn heeft zich terdege voorbereid voor zijn bezoek aan onze zuiderburen en verschijnt met een frites met mayo op zijn hoofd. De mobiele Pannenlikker wordt open getrokken: verse thee, koffie, koekjes en broodjes.

De briefing is in heerlijk Vlaams, met veel mooie termen en verhaspelingen: er is sprake van een vuurschot, een prijsuitkering, er worden hulpposten voorzien én natuurlijk: geen overmatige alcohol consumptie tijdens de tocht. Het blijven Bourgondiërs die Belgen. We kleden ons om en vertrekken in colonne naar het station. Bizar om een piepklein stationnetje uit zijn voegen te zien barsten met mensen die in duikpak rondlopen. Maar niet alleen duikpakken, sommige hebben er echt een carnaval van gemaakt en zo verschijnen er een compleet Romeins legioen, staan er criminelen in streepjespakken inclusief de bal en ketting om de voet op het perron. Ter geruststelling, een aantal criminelen haalde ik onderweg in terwijl ze lekker hangend op hun piepschuimenbal ronddobberde.

Als de trein arriveert veranderd het perron in een scene van de metro van Tokyo. Te veel mensen moeten in een te kleine trein. De nietsvermoedende passagiers die zich al in de trein bevonden kijken angstig naar de Neopreen massa die zich naar binnen wurmt. Maar iedereen komt binnen en dus vertrekt de trein. Gelukkig hebben ze de seinen beter in orde dan een paar weken geleden en dus rijden we door de zonnig Ardenne terwijl Utreg, mien stadsie uit volle borst door het compartiment klinkt.

In Bomal is het grote moment aan gebroken: we gaan echt te water. Eén of andere snoodaard van de organisatie van Gejo heeft geroepen dat er geen droogpakken mee mogen doen. Met tranen in de ogen zie ik het merendeel van de duikers in droogpak voorbij struinen en fluitend te water gaan. Ik heb gisteren mijn natpak na een archeologisch opgraving teruggevonden en gemerkt dat het neopreen door het lange hangen gekrompen is. Als ik probeer te buigen, veer ik vanzelf terug… Maar goed, nu zijn we toch hier, dus dan moet het er maar van komen. En eerlijk is eerlijk, koud heb ik het niet gehad, behalve dan mijn voeten. Nou was ook dat mijn eigen schuld wat mijn beperkte ervaring met natpakken was er de oorzaak van dat ik mijn schoentjes over mijn pak had gedaan zodat het koude water vrij naar binnen kon stromen. Ik ben overduidelijk niet gemaakt voor natpakduiken.

Het is heerlijk weer, op mijn rug peddel ik in het zonnetje met de stroom mee maar in alle eerlijkheid, er waren momenten dat ik dacht: ik stop er mee. Maar de kou heeft mijn voeten inmiddels gevoelloos gemaakt dus daar heb ik ook geen last meer van. Net als ik stuk zit schreeuwt één van de hulpposten dat het nog maar 3 kilometer is. Dat is te overzien dus zwem ik door. Vlak voor het einde hoor ik opeens een bekende stem van de zijkant: Noodgeval! Ik zie Eric de Kluis bij een meisje en samen houden ze een grote omgevallen boomstronk vast. Het meisje heeft de waarschuwing van de organisatie om niet te dicht langs de kant te zwemmen, in de wind geslagen en zit met haar vin vast onder water. Ik probeer tegen de stroom in te worstelen om te helpen maar vorder heel langzaam. Het meisje is volledig in paniek. Eric stelt haar naar beste kunnen gerust en krijgt gelukkig hulp van een stoere Fries die voorbij kwam drijven. Met zijn tweeën weten ze voet uit de vin te krijgen en het meisje kan aanhakken bij een voorbijdrijvende autoband.

Dan het laatste stuk naar de finish. Aan de kant staat het welkomscomité appelig voor zich uit te kijken, waarschijnlijk verzadigd van de frites en wijn. Zwaaien, schreeuwen, het helpt allemaal niet. Ze proberen wel te achterhalen waar het vandaan komt maar tussen al die in neopreen verpakte, achter duikbrillen verstopte, blauw van de kou zijnde koppies is nauwelijks herkenning meer mogelijk, dus ik geef het op en laat me naar de eindstreep drijven. Gelukt!!!!

Als ik weer op mijn voeten moet lopen voelt het als ik enorme klompvoeten heb. Vanaf mijn enkels is alles gevoelloos. Ik waggel naar het ontvangstcomité met een bekertje glühwein. Normaal gesproken ben ik niet van de glühwein, maar ’t is gratis en vooral warm!. De andere komen ook binnen drijven maar een aantal mensen ontbreekt. Langzaam komen ook de eerste verhalen boven drijven. Glenn heeft samen met Trudy besloten te stoppen omdat Trudy onderkoelt raakte en Bart, de maat van Jan moest niet ver voor het einde ook uit het water gehaald worden met onderkoelingsverschijnselen. We vinden ze terug in de warme EHBO tent, trillend van de kou. Maar ook daar heeft de mobiele keukenbrigade van de familie van Ooyen een oplossing voor: hete tomatensoep, een vers gebakken broodje ei en de nodige sterke drank zorgen er voor dat de twee slachtoffers weer op temperatuur komen. Een gemiddeld hongerlijdend Afrikaans land zou er een week mee vooruit kunnen.

Ik verplaats me nog een keer en voel het heerlijk warme water weer langs mijn lijf stromen. Inmiddels zijn we 5 uur verder, ben ik thuis en lig in een heerlijk dampend bad, eindelijk weer echt helemaal op temperatuur. Volgend jaar weer? Ja, want behalve afzien was het weer een beregezellige, bijzondere Gejo dag die ik niet graag gemist had.

Duik 709 & 710: Wrakduik op de Noordzee
Duik 1010 & 1011: IJsduiken in Maarsseveen