Palm island
Wrakduiken!

De ochtend begint bewolkt. Het heeft vannacht flink geregend en overal staan plassen op de weg. Als we de brug bij Spanish Lagoon over willen gaan blijkt de hele brug blank te staan. Nadat er een tweetal auto’s voor zijn gegaan durf ik het ook en blijkt het inderdaad mee te vallen, 30 centimeter en veel dieper niet. We gaan vandaag een duik maken op de noordelijke punt van het eiland in de buurt van de vuurtoren California. Het weer is echt niks, er hangen donkere wolken boven het eiland en af en toe krijgen we een ontzettende plensbui op ons dak als we met de auto onderweg zijn naar Shallow Reef. De weg is soms spekglad soms verliezen we totaal de grip op het wegdek. Op een sukkeldrafje gaan we verder. Je merkt trouwens wel dat de locals niet gewent zijn aan het fenomeen regen, ze lopen gewoon zonder jas, met een krant boven het hoofd naar hun werk, hoef je in Nederland niet te proberen, zelfs de zaterdagkrant is niet dik genoeg om de regen te stoppen.

Ook al regent het, het is toch aangenaam want het blijft zo’n 30° graden en als het stopt, is alles in no time droog. Als we aankomen is het even droog. De duikstek ziet er niet echt uitnodigend uit; flinke golven en een aardig stuk klunen. We tuigen ons toch op en gaan te water. Op het zeer ondiepe rif, is het heel lastig overeind te blijven met de stevige golfslag en de fles op je rug maakt het niet veel beter. Na zo’n 10 minuten vallen, wegspoelen, schuren over het rif, opstaan en weer doorgaan, besluiten we om te keren. Hand in hand, om overeind te blijven strompelen we terug naar de kant. Verslagen door de elementen.

’t Is intussen wel droog geworden en we gaan in ieder geval even wat eten uit onze immer gevulde koelbox. Er staat wel een lekker windje dus ga ik nog even wat vliegeren met de stuntvlieger. We besluiten naar een andere duikstek te gaan om daar alsnog een duik te maken. We gaan, via de supermarkt in Oranjestad en een tussenstop bij het appartement om het verschafte koel te bewaren, naar Santo Largo om daar alsnog een duik te maken. Santo Largo is aan de andere kant van de duikstek die we gisteren bezocht hebben (Isla D’Oro) en dus kunnen we met de auto heel dicht bij het strand komen. Na al het harde werken van vanmorgen is dit toch weer een goedmaker van formaat. Je gaat het water in, kijkt elkaar nog eens diep in de ogen, OK? en zakken maar. En dan gebeurd het wonder, zoals bijna elke keer, er zakt een rust over je heen, een gevoel van: hier zou ik nooit kunnen zijn én toch ben ik er lekker, een soort gevoel of je binnen dringt in een geheime wereld en alleen jij en je buddy mogen er rondkijken.

Na 3 kwartier komen we weer boven en duiken onmiddellijk weer verder, namelijk in onze koelbox, onze brave reisgenoot die voor elk moment iets goeds in petto heeft. Na de lunch strijken we neer op onze handdoeken, maar wel in de schaduw want de roodhuiden van gisteren zijn nog steeds geen bruinwerkers geworden dus BBQ on the beachvoorzichtigheid blijft geboden. ’s Middags gaan we naar een duikstek die we van Joop en Gemma hebben doorgefluisterd gekregen, namelijk Gat in de Muur. Gat in de Muur dankt zijn naam aan het feit dat de kust van Aruba daar niet beschermt wordt door de muur van eilandjes (Antillen genaamd) die als een soort dijk rondom het eiland liggen. Bij Gat in de Muur (ik moet telkens denken aan vinger in de dijk…) is een kom die door een kunstmatige strekdam in tweeën wordt gedeeld. We klunen door de kom heen en als we af dalen komen we in een mooie tuin terecht. Ondanks zijn onbeschutte ligging lijkt Andrew hier weinig schade aan gericht te hebben, misschien is het koraal gewoon wat minder gevoelig hier. De duik is prachtig, we zien weer een gevlekte adelaarsrog en heel veel murenes. Ook duiken we een tijdje achter twee sepia’s aan, die vlak voor ons blijven zweven als een soort hoovercraft. We komen weer boven en als we aan de kant komen is ook de hond van de bewaking wakker geworden, was ie net toen we aankwamen in geen velden of wegen te bekennen, nu terwijl wij alles in hoofdgroepen uiteen nemen, doet hij niets anders als aanhoudend blaffen, om gek van te worden.

BBQ 01’s Avonds gaan we achter het kleine, Chinese supermarktje vlakbij ons appartement barbecuen. We nemen alles mee, onder de arm, want de fles Rosé die we mee hebben, duldt geen auto, en vlijen ons neer aan het strand, ons vastberaden voornemend dat de druppels die we af en toe voelen, ons niet van onze plannen af gaan houden. De baai voor ons kabbelt rustig, in de Mangrovebosjes aan de overkant wordt flink lawaai gemaakt door allerlei vliegend gespuis, af en toe schiet er een hagedis over het strand. Ik probeer me voor de geest te halen hoe het in Nederland zou zijn maar dat lukt maar ten dele. Waarschijnlijk is het daar nu koud, en hier lig ik, op nog geen 8 uur afstand, aan het strand, in m’n korte broek en m’n hemdje, om een uur of 8 ’s avonds te barbecuen. De barbecue smaakt uitstekend, niet zozeer omdat het echt lekker is maar omdat het zo gezellig is om te doen. Als we terug lopen naar het appartement lopen we door de straat die uitkijkt op zee en zien daar, net als in Nederland, mensen die op luie stoelen hangen en naar TV kijken. Als ik er voorbij loop denk ik, die mensen weten niet waar ze mee bezig zijn, die moeten lekker in de zwoele tropennacht op hun veranda zitten, uit kijken over de zee en de kustlichten van Venezuela zien knipperen. Die mensen zullen ongetwijfeld hun luie oog op ons hebben laten vallen en gedacht hebben; daar heb je weer zo’n stel vakantiegangers die denken dat de wereld uit alleen maar feest bestaat, kortom, Einstein’s relativiteitstheorie is breed toepasbaar.

Terug gekomen bij Seabreeze zit Philip al te wachten op ons. We spoelen onze spullen, ruimen ze op en gaan nog even op het terras zitten. Daar komt ‘ie al aan. Het zit zo, hij wil een computer gaan kopen en wil graag wat advies, wat is wijsheid, wat is gangbaar. Ik probeer hem te vertellen wat ik weet maar zie al vrij snel een verwilderde blik in z’n ogen ontstaan. Ik adviseer hem om zijn leveranciers een voorstel op papier te laten maken en dat dan samen met hem door te nemen. Na dit “werk” kijken we nog even TV maar twee duiken op een dag staat toch altijd garant voor een bezoek van het befaamde schaap en om half 11 liggen we op bed en zijn vertrokken.


Palm island
Wrakduiken!