Mount Aspiring
De gletsjer op!

We nemen afscheid van de ANWB en vertrekken naar Franz Josef. De lucht is strak blauw, behalve rond de bergtoppen hangen wat wolken. De rit is prachtig, eerst langs Lake Wanaka en vervolgens langs Lake Hawae. Met meer is diep blauw, de ochtendzon maakt scherpe schaduwen op de berghellingen en boven op de toppen ligt vers gevallen sneeuw als een soort poedersuiker. Via een pas klimmen we omhoog om aan de andere zijde uit te komen bij het laatste puntje van Lake Wanaka. Of het nou komt door het mooie weer weet ik niet maar Nieuw-Zeeland is opeens een stuk mooier. De hellingen van de alpen zijn bedekt met mooie dichte bossen doorkruist door heldere stroompjes. Bruggetjes over deze stroompjes zijn zonder uitzondering one lane bridge. Goed uit kijken voor tegenliggers dus bij het oversteken. De pas richting Haast is prachtig. We bereiken de Tasmanzee (Tanja wint). We stoppen voor een bakkie met een pie in een dorp waar sinds 1950 niets meer is veranderd. Het is een slaperig dorpje met een piepkleine winkel (met een schreeuwend bord aan de deur om alsjeblieft niet binnen te komen met citronella op je huid want de eigenaresse is er enorm allergisch voor). Volgens mij zijn hier geen inwoners met hartproblemen. We gaan verder richting de gletsjers. Links de zee, rechts een moerasvlakte met uitbundige begroeiing. We stoppen bij een natuurpark en maken een wandeling langs het strand. Het ligt bezaaid met aangespoelde bomen die door de zee prachtig geloogd zijn tot ze bijna wit zijn. Het riviertje dat uit het moeras komt is donkerbruin en maakt een donkere delta in de zee. Via een lange slingerende weg komen we steeds verder het binnenland in. De zonnige periode nemen af, de bewolking neemt steeds toe. Eenmaal in Franz Josef zoeken we een camperplaats. Die vinden we op een overigens uiterst lelijke camping, een soort parkeerplaats. We gaan vast de gletsjer verkennen. Vanaf de parkeerplaats is het nog een uurtje wandelen door het dal. Hij is erg imposant, komt als een soort verstilde golf het smalle dal door. Hij is een van de laagste gletsjers, tot 200 meter hoogte boven zeeniveau. Slechts twee andere gletsjer komen lager, eentje in Alaska en eentje in Vuurland. Door de enorme hoeveelheden neerslag kan de gletsjer zo laag komen, eindigend op slechts 19 kilometer afstand van de zee. Hij stroomt ook erg snel, zo’n 3 meter per dag. We lopen tot aan de voet van de gletsjer terwijl het inmiddels gutst van de regen. Van de gletsjer komen mensen naar beneden via een in het ijs uitgehouwen trap. Het ziet er erg gaaf uit maar in de stromende regen zijn er weinig deelnemers die blij kijken. Voor ons loopt een echtpaar dat overduidelijk in een crises verzeild is geraakt door de wandeling. De man loopt voorop met boze grote stappen terwijl je bijna een stoomwolkje uit zijn oren ziet komen als hij een boze stap zet. Zijn vrouw loopt mokkend achterop en laat zich bij wijze van verzet steeds verder terugzakken. Af en toe kijkt de man over zijn schouder en wacht dan tot de vrouw iets dichter bij is gekomen maar hij wacht nooit tot ze op gelijke hoogte. Zwijgend wordt er een slaande ruzie uitgevochten. Wij hebben weliswaar geen ruzie maar nat worden we zeker ook. We lopen terug en komen doordrenkt bij de parkeerplaats aan. We verkleden ons (handig zo’n camper) en rijden naar het dorp. Als we daar 5 minuten later aankomen schijnt de zon alweer, four seasons in one day… We regelen een gletsjertocht voor morgen, drogen de kleren in het lekkere avond zonnetje.

Mount Aspiring
De gletsjer op!