En hoe verder zij gingen, des te langer was de terugweg…
Hoge bomen

In de rij voor ’n camper

Lekker slapen kan best in een Ibis Budget Hotel zolang je maar genoeg jetlag te verteren hebt. Vijf keer wakker worden, maar gelukkig ook 5 keer weer in slaap gevallen. Een vluchtig ontbijtje om ons op tijd te kunnen vervoegen bij de volgende budget instelling. Mighty campers verhuurt de afdankertjes van Britz en Maui tegen gereduceerd tarief. Niet dat ze uit elkaar vallen van ellende, maar een gescheurd gordijntje of een deuk in de achterdeur worden vrijwel af-fabriek meegeleverd. Het is druk bij het uitgiftepunt en alhoewel we één van de eersten zijn die ons melden duurt het vrij lang voor er actie in de tent komt. Vloekend en tierend komt de medewerker aan, scheldend op de administratie, monteurs en chauffeurs. Waarom is ons nog niet geheel duidelijk, maar omdat we graag op pad willen, laten we het gelaten over ons heen komen. Er worden nog wat andere huurders bij geroepen zodat hij het verhaal slechts één keer hoeft af te steken. Dat is een mooi voornemen, maar verder dan het laten zien van de sleutel en de te gebruiken knop om toegang te krijgen, komt hij niet omdat hij en wij inmiddels ontdekt hebben dat onze camper niet op de beloofde plek staat. Hij doet nog een schepje op de frequentie van de woorden f%&k, sh*t en st#pid en rent naar binnen, komt weer scheldend naar buiten en gaat met de andere huurders verder, ons in verwarring achterlatend. We nemen nog maar een bakje koffie\thee en wachten de gebeurtenissen verder af totdat er achter ons mooie Britz camper aan komt gereden. Het blijkt onze camper te zijn: druipend van de wasbeurt wordt ie afgetankt. Blijkbaar was er geen oude camper meer beschikbaar en dus kan het gebeuren dat we nadat ons geduld voor 3 uur op de proef is gesteld we met een mooie nieuwe camper richting Auckland toeren!

We doen uitgebreid boodschappen en zetten vervolgens de sokken erin om aan de Kauri kust te geraken. Langzaam verdwijnt de wereldstad naar een landschap waarin de natuur steeds meer de overhand krijgt. Onderweg profiteren we nog even van het feit dat we een keuken paraat hebben en maken een lekkere vieze hotdog. De grote attractie van het park is dat er een nachtwandeling gedaan wordt. Rond een uur of negen komen we aan op de parkeerplaats bij de ingang van het park en  melden ons bij de gids. De man is een Kiwi in hart en nieren. De temperatuur is met een graad of 15 fris maar geen reden voor hem om in korte broek te verschijnen met een grote hoed op en laarzen aan: zo zien wij onze gidsen graag. Hij heeft een grote rode zaklamp en verteld dat er in Nieuw-Zeelandse bossen niets rond kruipt, vliegt of rent dat gevaarlijk is. Sterker nog: volgens hem is het in de bossen ’s nachts stiller dan in een mortuarium. Er is één uitzondering op deze regel en dat is het hoofddoel van de nachtwandeling. Twee uur lang volgen we de rode lichtbundel van zijn lamp van links naar rechts maar het resultaat is teleurstellend: veel verder dan een Weta (jakkes: zoek maar eens op op Google) en een paling komt de oogst niet. Teleurgesteld lopen we over het grasveld terug naar de auto als de gids ineens stokstijf blijft staan. Zijn hand wijst naar de rand van de heg en daar zien we inderdaad wat rondscharrelen. Een flinke pluizige bol met een lange snuit wroet een beetje tussen de bladeren en kijkt af en toe op om zich heen. Als hij eenmaal in de gaten heeft dat hij veel aandacht trekt zet hij er iets meer de sokken in en verdwijnt al scharrelend de bosjes in. Een echte kiwi, in het wild! Zo’n paar minuten bijzonder leven zien maakt 2 uur resultaatloos wandelen in één keer goed, goed genoeg om met een tevreden glimlach in slaap te gaan vallen.

En hoe verder zij gingen, des te langer was de terugweg…
Hoge bomen