Te Whakarewarewatangaoeteopetauawãwhiao
Niet- or Wellington

Ik word wakker met een zwaar gevoel in mijn hand, een soort van trekkend gevoel aan de ring om mijn middelvinger. De ring wil terug naar zijn meester. En nu wil het toeval dat we met ons little house on wheels op een camping staan met uitzicht op Mount Doom, dat komt dus mooi uit. Een dergelijk gewichtige opdracht hoeft een leuke wandeling er naartoe niet in de weg te staan, dus we pakken de route via de Lower Taranaki Falls. Een mooi slingerend paadje waar we niet vanaf gaan, durfals dat we zijn. We wandelen door het bos langs een beekje in een sprookjesachtig bos met weelderige varens. De waterval is mooi en hoog, aan de bovenkant zien we andere wanderers dicht bij de rand komen om foto’s te maken.

We lopen door richting de vulkanen, die helaas ernstig in de witte watten lijken te hangen. Nou ja, het is nog vroeg, misschien weet de zon nog wat van de watten op te lossen. De begroeiing is veranderd van een weelderig bos in een soort van rode struikenbos met Tussock gras en wat heide. We zoeken naarstig naar alpenbloempjes, maar komen niet veel verder dan een witte primula. Het landschap is heuvelachtig en goed te bewandelen. Na een uurtje begint Sauron met zijn aanval: zo’n 2,5 uur worden we op een heerlijke rainshower getrakteerd. Koud is het niet, maar ik voel me nu wel een echte hobbit met mijn regenponcho aan. Die doet overigens goed zijn werk en alleen vanaf de knieën naar beneden word ik zeiknat. We komen aan bij Lower Lake Tana, een meertje in een krater van een uitbarsting. De caldera, oftewel de kraterrand, is duidelijk zichtbaar. Omdat de regen niet op houdt, besluiten we om onze elfenbroodjes in de regen op te eten. Maar we zijn hier niet voor niets aanbeland, de tocht naar Upper Lake Tana gaan we gewoon doen, we zijn stoer en geven niet op! Dus de twee hobbits hobbelen door,  de volgende krater op. De ondergrond begint lastiger te worden, een soort van lava gravel die best glad is in de regen. Het is steil en ik ben dan ook erg blij als ik eindelijk ook bij het tweede meer ben aanbeland. Als gevolg van het feit dat Mount Doom nog steeds in de wolken hangt en ikzelf ook, besluit ik dat Middle Earth zich vandaag zelf maar moet gaan redden, ik gooi mijn ring in het meertje en hijs de poncho weer over mij heen en begin aan de terugtocht. Eindelijk houdt de regen er mee op en dan wordt het wandelen ook weer wat fijner. We zijn al een paar uur bezig en mijn voeten beginnen een beetje tegen te sputteren. Maar aan alles komt een eind, dus ook aan de wandeling.

Terug op de camping worden we nog verrast door een zon die doorkomt en de wolken laat verdwijnen als sneeuw. En daar zijn ze dan alledrie: de Ruapehu, Ngauruhoe (aka Mount Doom) en de Tongariro. Op de laatste twee zit behoorlijk wat sneeuw nog, ondanks de lente. En zo kan het zijn dat ook Mordor seizoenen kent.


Te Whakarewarewatangaoeteopetauawãwhiao
Niet- or Wellington