Wrakduiken!
De laatste duikdag

Vandaag gaan we drie duiken maken met de duikschool S.E.Aruba. We gaan met de zodiak op pad. De zodiak is redelijk klein, er kunnen ongeveer 10 duikers mee. De eerste duik gaat naar het wrak van de Jane C, een wrak van ongeveer 60 meter dat speciaal is afgezonken voor duikers. Het staat rechtovereind op de bodem van de drop off op ongeveer 25 meter diepte. We krijgen een korte briefing aan boord en gaan met een aardige, wat oudere Amerikaanse duikleider overboord. We duiken eerst naar het rif en zwemmen dan langzaam richting het wrak, in eerste instantie is er niets te zien tot dat je opeens de boeg van het schip boven je ziet verschijnen, alsof er een schip op je af komt gevaren. Als als we ter hoogte van de boeg komen, komt er een hele stevige stroming “om de hoek”gezet, zo ongeveer als de wind om de hoek van een flat kan komen waaien. We moeten echt ploegen om tegen de stroming in te komen. Als we eenmaal voorbij de boeg zijn is de stroming bijna gelijk weg. We stijgen langs de flank van het schip omhoog en gaan het laadruim binnen. Op een of andere manier is het altijd spannend en betoverend tegelijk om zo’n wrak te zien. De vormen zijn bekend, ’t is gewoon een boot, maar je zweeft er als het ware over en door heen. Op een of andere manier is het spookachtig om zo’n schip in zo’n ongewoon milieu te zien. Als we het laadruim binnen komen kom je soms voorbij een patrijspoort en daardoor word een soort waterstraal het ruim in geblazen. Overal zwemmen vissen in en op. Prachtige Queen Angelvissen bijvoorbeeld. We gaan richting het stuurhuis en gaan daar via het smalle gangboord naar binnen. Tanja strijkt daar langs de reling en heeft gelijk een aardig brandvlek van brandkoraal, een soort onderwater brandnetel. Het is echt machtig om door de hutten en laadruimen van het schip te zwerven. Alles is intussen wel van het schip afgesloopt tot de patrijspoorten toe. Op de duikschool hebben ze het stuurwiel hangen. Via het laadruim zwemmen we naar de boeg. Vanaf de boeg gaan we via een veiligheidsstop op 5 meter weer omhoog.

Boven wacht de zodiak en met wat geworstel komen we weer aan boord. ’s Middags gaan we een stromingsduik maken bij Barcadera Reef. De boot gaat op een aanhanger mee en op een strandje naast de vuilnisbelt van Aruba wordt hij te water gelaten. Dit is een van de mooiste riffen van Aruba met heel veel hersenkoralen en gorgonen. Het rif is in redelijke staat en zo’n driftduik is heerlijk relaxed, je laat je gewoon mee drijven met de stroming. Je hoeft niets te doen, alleen maar genieten. Aan het einde van de duik, als mijn lucht bijna op is, signaleer ik naar Tanja dat ik omhoog wil. Tanja gebaard wat en wijst naar de duikleider. Ik dacht begrepen te hebben dat ze de beste man duidelijk wilde maken dat de duik afgelopen was en dat we dus met z’n allen omhoog moesten. Maar er zijn nog een aantal duikers bij die er niet uit zien of ze er mee willen stoppen, dus ik zeg nee. Tanja bedoelde eigenlijk dat ze hem even in wilde seinen dat wij omhoog gingen. Met een vocabulaire van 5 tekens kan ik je zeggen dat het niet meevalt dat uit te leggen. Het ontaard in een soort onderwater ruzie met heftige gebaren en vooral veel ruis op de lijn. Als we na wat minuten bakkeleien nog niet begrijpen wat de ander wil, besluit ik dat ik omhoog moet, mijn lucht is namelijk bijna op. Boven water ben je er binnen 10 seconden achter wat de ander bedoelt. Het eerste wat we, terug in Nederland, hebben gekocht is een bordje met potlood. De boot wordt weer op het strand getrokken en met vereende krachten weer op de aanhanger getild. Het is nog redelijk vroeg en omdat we vanavond pas om zeven uur weer gaan duiken gaan we naar Oranjestad. We nemen daar een stevig ijsje en terwijl we dit op zitten te eten aan de oude haven, worden we overvallen door een enorme regenbui. We schuilen in wat volgens mij de kleurrijkste bushalte ter wereld is. Als het weer droog is slenteren we nog wat door de Seaport Shopping Centre, maar we vinden er eigenlijk niets leuks. Er is heel veel meuk te koop.

Na het eten verzamelen we bij Gat in de Muur. We krijgen instructies over noodsignalen en over wat wel en niet moet als je een nachtduik maakt. We krijgen een lamp en gaan te water als de zon net z’n laatste stralen over Aruba uitstort. Onderwater zie je gelijk dat er ’s nacht een hele andere wereld te vinden is. Het koraal gaat bloeien. Wat overdag een beetje bruinig is, wordt ’s nachts opeens groen, als de poliepen van het koraal zich gaan voeden. Overal zie je kleine rode puntjes van de oogjes van garnalen. We zien een octopus als een wit soort slijm over de rotsen heen kruipen en komen ook nog ergens een soort prehistorische kreeft tegen. Als je de lamp uit doet en je beweegt je flippers of je handen, dan lichten contouren helemaal op vanwege lichtgevend plankton. Het is echt betoverend. We zien een enorme spiny lobster en slapende papagaaienbekvissen. We raken een klein beetje de weg kwijt als we terug gaan maar na een beetje spieken, boven water, weten we het weer en komen veilig aan de kant. Dit was onze eerste nachtduik maar zeker niet de laatste. ’s Avonds als we de spullen staan de spoelen komt Philip langs met een lijstje met aanbiedingen. We nemen het lijstje door en hij besluit om er morgen een te gaan kopen. Na drie duiken, komt het befaamde schaap deze dag extra vroeg voorbij en kijkt hij ons zeer indringend in de ogen. Om 10 uur liggen we op bed en slapen.


Wrakduiken!
De laatste duikdag