De eerste duik
BBQ on the Beach

We beginnen de zaterdag met het halen van 4 flessen omdat we vandaag twee duiken willen gaan maken. We beginnen met een duik bij de Isla D’Oro, een klein schiereilandje op 5 minuten rijden vanuit het appartement. Je kunt met de auto op het strand komen, wat op zich een prettige bijkomstigheid is als je gaat duiken, want duiken is hartstikke leuk, maar het sjouwen is niets. Als de auto ergens onder de Mangrovebosjes geparkeerd staat, tuigen we de spullen op en gaan te water. Je moet hier eerst zo’n 200 meter over een koraalwoestijn heen voor het rif begint. Dat klinkt niet echt heftig maar in je pak met al die zooi op je rug is het toch een hele klus. Eindelijk zijn we bij het rif, we dalen af en zien weer al die prachtige vissen. Veel snappers en we zien ook aardig wat murenes. Na de duik blijven we lekker aan het strandje liggen. Het is zaterdag en dan zijn de Arubanen zelf ook op zoek naar wat verkoeling, maar ze doen dat toch anders als wij. Ze komen aan in hun auto, raampjes open, arm eruit, rijden het strand op en blijven dan 10 minuten in de verte staren. Ons idee van verkoeling is toch een wat nattere variant. Op deze enkele lonesome Gaucho na is het strandje verlaten. We hebben de koelbox gevuld met een lekker salade, wat flessen koude limonade en wat fruit, kortom het leven is prachtig. Af en toe duiken we de de zee in met een temperatuur van 28°, met een snorkel en een duikbril en je ziet overal de mooiste vis.

Het weer is vandaag prachtig en dat is te merken aan de ietwat rode kleur die op onze huid is verschenen. We smeren zo secuur mogelijk maar je kunt tegen deze zon niet echt op smeren. ’s Middag gaan we naar Palm Island en dat betekent dat we met een pontje over moeten naar een van de kleine eilandjes voor de kust. Van de marinier van gisteren hadden we gehoord dat het pontje op zaterdag gratis was. Bij de auto tuigen we de spullen op en met flink wat zooi zitten we te wachten tot de pont aankomt. Als het pontje komt, een soort vlonder met een zeiltje erover tegen de zon, stappen we in en varen weg. De local die de pont bestuurt komt naar ons toe en zegt dat het $10 kost. Nou nee brengen we hier tegen in, op zaterdag is het altijd gratis! Oh ja, was hij helemaal vergeten…. Op Palm Island is een restaurantje en een winkel. We geven onze tas bij een standje af en we hangen onze spullen om en gaan te water. Onderwater lijkt het een slagveld. Overal liggen kapotte koralen, omgevallen Sea Fans, afgestorven Hersenkoralen. Gelukkig als we wat verder en dieper komen neemt de schade af en wordt het toch een mooie duik. Na zo’n 40 minuten duiken we weer op. We kleden ons om en gaan in het restaurantje nog wat drinken. Ze hebben hier een soort bejaardeduikmethode ontwikkeld; Scubasnorkling. Op een opblaasbootje ligt een persluchtfles en daaraan zitten 4 ademautomaten met hele lange slangen. Mensen kunnen een paar meter diep onderwater zonder dat ze moeten kunnen duiken. Voor ons vertrek het ene na het andere groepje Amerikaans bejaarden tussen de 80 en de schijndood voor een onderwateravontuur, begeleid door een zeer verveeld kijkende local. Met de laatste pont gaan we terug naar het vaste land. In het appartement maken we eerst wat te eten en na het eten spullen uit het zwembad vissen en te drogen hangen en nog even uitblazen op het terras op deze zwoele winteravond. ’s Avonds en ’s nachts regent het zo hard dat we er wakker van worden.


De eerste duik
BBQ on the Beach