Zeepaardjes!
Rustig aan

De dag begint vroeg. Zoals elke dag vroeg begint. Je kunt wel net doen of de temperatuur niet stijgt, maar dat doet ‘ie wel. Je kunt het een half uurtje rekken, misschien een uurtje maar uit eindelijk wordt het te warm om te blijven liggen. We ontbijten op de veranda en gaan vervolgens boodschappen doen. We gaan naar de Cultimara omdat je daar zo lekker Nederlands beleg kunt krijgen: hagelslag, chocoladepasta en Super aardbeienjam. Na het ontbijt gaan we Joop helpen om een aantal palmen die in de weg staan te verplaatsen. We beginnen vol goed moed te spitten maar de grond is keihard en het wortelstelsel heeft zich al stevig verankerd in de bodem. We beginnen subtiel te te graven maar naarmate de tijd vordert en de temperatuur stijgt neemt de subtiliteit af, Joop is het op een bepaald moment zo zat dat de Cango, een pneumatisch hamer, erbij wordt gepakt en dat helpt! Uiteindelijk krijgen we de palmen eruit met een behoorlijke kluit. We verplaatsen ze naar een plek uit de loop. We gooien er een paar emmers water bij en hopen er het beste van. De actie is behoorlijk vermoeiend en inspannend want in de tuin is er geen schaduw te vinden en sta je in de brandende zon te werken. Gelukkig is er altijd een zwembad om even af te koelen naar acceptabele temperatuur. Na de lunch vertrekken we naar de Hilma Hooker, dat is een wrak dat vanaf te kant te bereiken is. Het is speciaal voor duikers afgezonken wrak dat leuk is om te bezoeken. Omdat het helemaal gestript is voordat het afgezonken is, is het niet een echt interessant wrak maar het blijft leuk om er op te duiken. We zien er twee enorme kleppers van tarpoenen rondzwemmen. We gaan de ruimen in en duiken onder de brug van het ene ruim naar het andere ruim door een smal deurtje. Het schip ligt op zijn kant. Op de hoge kant zijn tientallen sergant-majoors bezig met het leggen van eieren. In keurige paarse cirkels zetten ze hun eitjes af op de huid van de schuit. Ze verdedigen de eitjes met verve, zo klein als dat ze zijn zo fel zijn ze. Ze happen zelfs in het console als dat te dichtbij komt. Na de duik rijden we door naar Pink Beach om er wat te eten en vervolgens rijden we door naar een duikstek op de punt van Bonaire, in de buurt van de vuurtoren. De duikstek, Red Byrill valt een beetje tegen, ’t is mooi maar niet echt schokkend. Terug bij Joop en Gemma is het kwart over bier, kortom tijd voor een lekker koud biertje op porch. We besluiten om naar Antriool te gaan om bij de locals te gaan eten. Het is een feest! De tafel zijn gedekt met mooi dik zeil met kleurig patroon zoals je moeder 35 jaar geleden ook op de keukentafel had, aan het plafond hangen gezellige TL-buizen, op de vloer ligt stemmig beton en de plastic stoelen worden tegen wind en regen beschermd door mooi golfplaat. Aan de muur hangen vergeelde foto’s van zeker 20 jaar oud. De bediening bestaat uit een kleine mannetje (1,60 meter maximaal) die als een soort Roadrunner tussen de tafels rondrent en af en toe gierend tot stilstand komt om een bestelling op te nemen of een opmerking of mededeling te fêteren in een mix van Nederlands, Papiamento, Duits en Engels. Vooral het feit dat hij Duits spreekt laat hij veelvuldig merken. Ik neem Kabritu wat geit blijkt te zijn en Tanja neemt Conch, de lokale specialiteiten. De geit is lekker, lijkt redelijk veel op rund, met dit verschil dat de botje veel kleiner zijn. De Conch is een schelp met stevig vlees. Uit de keuken klinken enorme klappen, alsof er verbouwd wordt, maar als het luik af en toe open gaat is daar niets van te zien. Gelukkig blijven de gewelddadigheden beperkt tot de keuken en is het eten verder heerlijk. Terug op de Kaya Piedro Precioso nog een fles witte wijn soldaat gemaakt in de heerlijke tropenavond.

Zeepaardjes!
Rustig aan