Fotoalbum Maldiven 2008

Het schemert al als we vanaf onze safariboot overstappen op de dhoni, de bijboot die ons naar de duikstek gaat brengen. De lagune waar we afgemeerd zijn, aan het einde van deze één na laatste duikdag, heeft een smalle doorgang in het rif die gemarkeerd is met één groen navigatielicht, uiterst ongebruikelijk in Maldiven maar erg nuttig want de nacht is intussen in volle omvang neergedaald. In nog geen 10 minuten tijd veranderd de dag in nacht zo dicht bij de evenaar. Een zonsondergang fotograferen? Zorg dat je je camera bij de hand hebt, want even niet op letten en de zon is weg. Intussen heeft de dhoni de smalle doorgang gepasseerd en navigeert de stuurman met 3 kleine eilandjes aan de verre horizon als leidraad naar de duikstek voor de nachtduik. Voor het eerst is de hemel volledig onbewolkt. De hoeveelheid sterren is altijd overweldigend als je afkomstig bent uit een door lucht- en lichtvervuiling geteisterd land als Nederland. Iedereen is bezig zijn uitrusting in orde te maken: elastiek van je fles halen voor je je eerste trap weer aansluit, pak en schoenen aan, loodgordel om, doet je lamp en je back-up lamp het? Vest aan, flippers en bril mee en camera klaar. De dhoni-schipper heeft het dit keer makkelijk want er ligt al een andere dhoni als we de duikstek in ’t zicht krijgen. Dit is de eerste keer dat we andere duikers tegenkomen, de hoeveelheid duikstekken in de Maldiven is zo groot dat de kans op zo’n ontmoeting erg klein is. Maar in de briefing heeft Ashraf, de divemaster, al met een onderdrukt lachje gemeld dat Maaya Thila een bijzondere duikstek is: before many times we saw lots of the big fishes….

Van walvishaaien, nachtduiken,  een “beetje’ stroming” en meer…

Aangekomen op de duikstek zijn we er klaar voor, buddygecheckt en al springen we overboord, ik zoek mijn buddy Remco en na het obligate OK en “thumbs down” teken dalen af. Een nachtduik blijft altijd een bijzondere ervaring. Je doet je lamp aan en schijnt om je heen en naar beneden om je te oriënteren maar ondanks 25 meter zicht is je wereld een kleine wereld. Jouw lichtbundel en die van je buddy is je hele wereld. Wie weet wat er allemaal niet achter je rug gebeurd, of naast je of onder je, of… Het rif zelf is, zoals vaker op de Maldiven, niet spectaculair. Het koraal op de Maldiven is van zichzelf al niet zo uitbundig als bijvoorbeeld in Bonaire of de Rode Zee en daarnaast nog hard getroffen door El Nino, overbevissing en tsunami. Toch heeft het leven er schijnbaar niet veel van te leiden want om ons heen schieten zeilvinvissen en wimpelvissen weg, zitten alle gaatjes vol met blauwe trekkervissen, schuilen Eekhoornvissen onder een overhang en liggen papagaaivissen op apegapen te slapen. Om ons heen dalen meerdere buddyparen af en zo heeft de thila (een steil uit het water oprijzende pilaar van zo’n 100 meter doorsnee) er uit als een soort kerstboom. Overal tinkelen lichtje die heen en weer schijnen over het rif. Op de hoek, in een overhang zien we de eerste bijzonder gast: een grote groene schildpad. Aanmerkelijk groter dan de karetschildpadden die je meestal tegenkomt, is het een imposante verschijning. Het beest is op weg om een slaapplek te vinden en nestelt zich onder een koraalblok. We kijken toe hoe hij zijn kop vermoeid laat zaken en echt in slaap lijkt te vallen. We gunnen hem zijn schoonheidslaapje door er geen flitsgeweld op los te laten. We gaan verder en zien voor ons nog een schildpad neerdalen van zijn eens in de ongeveer 2 uur vereiste ademhaling aan de oppervlakte. Da’s nog eens freediven denk ik jaloers… Teveel duikers hangen erom heen dus gaan we via een boog erom. Zou Ashraf dat bedoeld hebben met big fishes? Een schilpad is dan wel een zoogdier en geen vis, maar in de Maldiven malen ze niet om dat soort haarkloverij. We zijn intussen de hoek van het rif om gegaan en zijn alleen op het donkere rif, als ik iets onder me door zie schieten. Ik richt mijn lamp erop en zie een grote murene vrijzwemmend op jacht naar een maaltijd. Overdag zitten ze altijd keurig verstopt in hoeken en gaten maar ’s nachts gaan deze blubbervette vissen op pad om dat goddelijke Rubenslijf te onderhouden. Terwijl Remco probeert om zijn kwaliteiten als fotograaf te botvieren op het beest, zie ik in mijn ooghoek iets voorbij schieten. Ik draai me weg van het rif en zie nog net de staart van een haai verdwijnen in het zwarte gat van de diepzee.

Veel verhalen over ontmoetingen met haaien tijdens een nachtduik heb ik gehoord: als je groene reflectie van ogen ziet, moet je maken dat je wegkomt of: ’s nachts jagen ze als dol geworden moordmachines over het rif om er maar een paar te noemen. Nog nooit eerder zag ik deze prachtige beesten tijdens een nachtduik. Overdag zijn de ontmoetingen met deze geweldige beesten de afgelopen dagen legio geweest. Vrijwel elke duik kwamen we ze tegen en altijd kan ik niets dan bewondering hebben voor gratie en het gemak waarmee ze bewegen. De keren dat wij hijgend in de automaat tegen de stroming in ons zelf staande wisten te houden en dat een haai schijnbaar zonder inspanning voorbij komt zwemmen zijn een extra bijdrage aan de bewondering die ze afdwingen. Alle flauwekul die k#@%films als Jaws en opgeklopte berichten uit slecht geïnformeerd media uitkramen, vallen van je af als deze prachtige beesten voor het eerst ziet. Ook deze reis waren er weer mensen die voor het eerst een ontmoeting met een haai hadden en zonder uitzondering was iedereen enthousiast in plaats van bang. En terecht, iedereen die onzin uitkraamt over hoe gevaarlijk haaien zouden zijn, zou eens de moeite moeten nemen om International Shark Attach file te lezen. Verrassend om te lezen dat er in 2007 in de hele wereld 1 dodelijk incident met een haai is voorgekomen en dat het wereldwijd het gemiddelde aantal doden door haaien sinds 2000 5 per jaar is. Dan te bedenken dat er per jaar alleen al in Nederland 17 mensen vermoord worden door vreselijke en bloeddorstige herten doordat ze zo onverantwoord oversteken… Daar moesten ze eens wat aan doen 😉

Genoeg afgedwaald, haaien zijn prachtig maar tijdens een nachtduik toch iets om in de gaten te houden. Ik schijn om me heen maar zie niets dat argwaan kan wekken en dus duiken we verder. Nog geen 5 meter verder schiet er een witpuntrifhaai onder ons door en maakt een boog en steekt zijn kop onder een overhang en met een wild schuddend achterlijf probeert hij de vis die zich er onder verborgen houdt te grijpen. Dan komt opeens boven ons langs een tweede haai die naar dezelfde plek schiet en om de andere haai heen cirkelt. Alsof iemand de hekken om de haaibewaarplaats heeft opengegooid schieten ze nu met enige regelmaat voorbij. Ze negeren je volkomen, zo zelfs dat ze je ze bijna aan kunt raken. Het spektakel doet de adrenaline door ons bloed pompen en we schijnen als dollemannen met onze lampen om ons heen om al dat moois in onze lichtbundels te vangen. Remco doet een manhaftige poging om ze op de foto te krijgen, ik besluit na drie mislukte foto’s over te stappen op de film en probeer met mijn kleine lampje het indrukwekkende schouwspel te verlichten. Overal om ons heen zijn jagende witpuntrifhaaien te zien, soms weet je gewoon niet waar je moet kijken. Enkele los zwemmende murenes en nog een schildpad doen een moedige poging om ook aandacht te trekken maar de haaien zijn vanavond dé attractie. Afspraak was om niet dieper te gaan dan 20 meter en niet langer dan 45 minuten maar dat wordt een uitdaging zie ik op mijn meters. Die 20 meter gaan we redden maar om na 45 minuten al te moeten stoppen met het bekijken van dit machtige schouwspel?

Toch moeten we omhoog en we besluiten om boven op de thila de safetystop te maken omdat de top tussen de 8 en de 4 meter is en dus ideaal is om de laatste minuten van je duik zinvol in te vullen. Boven op de thila wacht ons, behalve veel duikers, een verrassing. Een grote gevlekte pijlstaartrog (doorsnee zeker 1 meter) zwemt op ons af en glijdt gracieus onder ons door. De randen van zijn bijna ronde lichaam golven prachtig en hij volgt met zijn ranke lijf de lijnen van het rif. Soms stopt hij, gaat op de bodem liggen en probeert een zich verschuilend schelpdier uit te graven. Of het lukt kan ik niet zien want met in het achterhoofd Steve Irwin’s verhaal blijf ik op een veilige afstand van het beest toekijken. Hij draait bij en glijdt naar de rand van het rif om naast een slapende schilpad te landen. Terwijl we aan het toekijken zijn hoe deze twee hoogtepunten van onze duik samen in beeld liggen voegt het derde hoogtepunt van de duik zich er bij in de vorm van een haai die het tafereeltje omcirkelt. Deze duik is zo gaaf dat je er zelf bijna high van wordt…

Terug op de boot zijn de verhalen groots maar iedereen die erbij was weet dat het waar is. Tijdens het eten (zoals als elke avond: heerlijk!!!) gaan de verhalen over en weer. Dit soort duiken zijn precies de reden dat je besluit om eens wat dieper in de geldbuidel te graven en naar locaties als de Maldiven te gaan.

Nog een voorbeeld? Stel je voor: een lang gerekt eiland aan de uiterste zuidpunt van het Ari atol. Ver achter ons de dhoni met twee bemanningsleden op het dak en voor ons in de verte het kleine bijbootje met op de voorplecht een speurend bemanningslid dat in het dagelijks leven ober en bartender is van de boot. Boven op de brug staan 4 man van de bemanning het water af te turen en er wordt druk getelefoneerd met zowel de bijboot als de dhoni. We zijn intussen voor de derde keer voor het zelfde resort langs gevaren en nog steeds wordt er gespannen getuurd. Dan opeens: whaleshark, whaleshark, whaleshark! Paniek aan boord, iedereen rent naar zijn snorkelspullen, de een vergeet zijn zwembroek aan te trekken, een andere laat zijn snorkel in zijn hut liggen en een derde probeert zijn duikbril over zijn gewone bril heen aan te trekken. We staan met de hele groep aan de kant van de boot om overboord te springen als de walvishaai in de buurt is. Die besluit echter om onder te duiken dus gaan we ons klaar maken voor de middagduik. Teleurgesteld vertrek iedereen. Gisteren hebben een aantal mensen al tijdens een duik een ontmoeting gehad met deze gigant maar het grootste deel van de groep heeft niet veel meer dan een glimp opgevangen tijdens een haastige snorkelontmoeting van hoogstens 10 seconden. We stappen op de dhoni en vertrekken naar de duikstek. Als iedereen klaar staat om overboord te gaan wordt er heel toevallig door een dhoni van het resort een walvishaai ontdekt en worden er snorkelaars overboord gezet. Onze dhoni draait bij en we stappen overboord. Met kloppende hart in de keel kijken we rond maar zien niets. Het zicht is in dit ondiepe gedeelte niet veel meer dan 15, 20 meter en dus kun je zelfs een walvishaai missen. Dan opeens de rammelaar van de duikgidsen en als ik me omdraai zie ik het enorme beest op me af komen. Dwars door de groep gelukzalige duiker heen zwemmend glijdt het zwart met wit gespikkelde monster voorbij. Ik kijk naar de bellen van mij buddy, die aan de andere kant van het monster terecht is gekomen en zie dat hij de achtervolging in zet en dus ga ik mee. Achter me zie ik Brandje (voorheen bekend als Henry) gebaren naar zijn buddy’s en mij gebaren dat hij bij ons aan gaat sluiten. Ik zet aan en weet ter hoogte van de kop van het prachtige beest te komen en zie daar eerst de flitser, dan de camera en uiteindelijk de bijbehorende fotograaf verschijnen. We schieten er op los totdat ik me realiseer ik wel erg hard moet werken om mijn lichaam van de gewenste hoeveelheid zuurstof te voorzien. We zijn in de vijf minuten dat we met het beest mee zwommen van 4 meter afgedaald tot zo’n 27 meter en hoewel het beest nauwelijks lijkt te bewegen heeft hij intussen een snelheid die mij iets te veel energie kost om bij te houden. Ik stijg wat op zodat ik Remco zie en geef aan dat ik de strijd op ga geven. Hij snapt wat ik bedoel, Brandje ook en dus kijken we het beest na terwijl het in de diepte verdwijnt. Hijgend in mijn automaat voel ik eerst mijn hart tot rust komen en vervolgens de ademhaling terugzakken naar het normale tempo. Gelukzalig maken we met twee handen tegelijk het OK tekenen en dat een keer of acht… Het rif is eigenlijk lelijk, zo zien we nu pas. Veel, heel veel dood koraal met hier en daar wat levend spul. Veel witborstdoktersvissen en dat is altijd een goede graadmeter voor een dood rif. We beginnen aan de opstijging en zo’n kwartier later komen we aan op het plateau aan de rand van het rif dat op een meter of 5,6 diepte ligt. We besluiten om een lekker luie lange safetystop te maken. Een wrattenslak is eigenlijk het enige dat nog vermeldenswaardig is.Ik kijk achterom om te zien waar Brandje blijft en slik bijna mijn automaat in. Boven Brandje, die zo’n tien meter achter ons zwemt, komt een enorme walvishaai aan. Ik weet niet wat ik eerst moet doen en schreeuw dus door mijn ademautomaat: HENRY!!!! (dat gaat namelijk veel beter als Brandje, probeer maar eens). Brandje kijkt links en rechts maar ziet daar natuurlijk niets totdat hij ook wel door krijgt dat niet het licht uit aan het gaan is maar er iets heel groots boven hem zwemt. Het beest heeft meer haast dan zijn voorganger en wellicht zijn we nog wat moe van de vorige achtervolging want langer dan een minuut 3 kunnen we hem niet bij houden. We hebben wel een beetje ge-jojo’d want we zitten inmiddels weer op 15 meter…. Als grootverbruiker is mijn fles inmiddels behoorlijk leeg aan het raken en dus laat Brandje zijn decoboei op zodat we aan de safetystop kunnen beginnen. Dat gaat niet helemaal goed, want halverwege loopt het touw vast, breekt en vertrekt de decoboei naar de oppervlakte: “no strings attached”… Maar geen nood, iedereen is intussen standaard uitgerust met ’n decoboei, we laten Remco’s boei op en dus kunnen we lekker nagenietend van een prachtige duik uithangend in het heerlijke water een safetystop maken.

Natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn, deze duikvakantie was absoluut geweldig maar geen bergen zonder dalen. Neem bijvoorbeeld Matha Kandu (kandu staat voor kanaal en mocht je ooit naar de Maldiven gaan, kanaalduik = stromingsduik…) De briefing: op de hoek van het kanaal is veel groot leven te zien: haaien, tonijnen, napoleons, makrelen. De route: komt de stroming vanuit het oosten en is hij niet te sterk dan kun je proberen het kanaal over te steken, is hij te sterk maak dan de grote oversteek niet, en komt de stroming uit het westen, ga dan maar bidden… Het devies: zo snel mogelijk naar beneden, vast houden aan een rotspunt en toe kijken. De uitvoering: een enkeling slaagt erin om op de hoek van het kanaal te komen en ziet zelfs in de grot op 35 meter drie prachtige spookmurenes. De stroming giert stevig over de monding van het kanaal. Remco en ik hangen aan de rand toe te kijken hoe Hans in gezelschap van de duikgids een poging gaat wagen om het kanaal over te steken. De monding van het kanaal is op zo’n 35 meter diepte en zo’n 100 meter breed. De rand van het kanaal biedt uitzicht op het diepe blauw dat tot duizenden meter diepte door gaat. We besluiten om de oversteek ook te wagen. Op een kwart zie ik dat ik in deco dreig te raken en gebaar Remco dat ik hoger gaat zwemmen. Dat is zeker geen vooruitgang want langs de rand van het kanaal kun je een beetje in luwte zwemmen maar op zo’n tien meter boven de drempel zitten we vol in de stroming. Ik besluit om mijn handen af en toe ook te gebruiken en constateer dat ik mijn camera niet vast gemaakt hebt… Hij stuiters naar beneden en alleen door een goed geplaatste snoekduik weet ik hem van de bodem te vissen, pffffff. Intussen is het leven dat langs de rand van het kanaal hangt wel geweldig. Enorme scholen fuseliers, bochelsnappers, straatvegers en napoleons (ik heb de namen ook niet verzonnen) hangen in de stroming, soms afgewisseld met een patrouillerende haai. Het is geweldig maar tevens ook geweldig hard werken. We halen de overkant, zoeken de luwte van het rif op en moeten constateren dat we voor het rif de oversteek zeker niet hadden moeten maken. Terug op de dhoni komen er meer verhalen. Zo is er een illuster vijfmanschap bestaande uit Louise, Katharina, Brandje, Theo en Hennie dat niet tegen de stroming in kom komen en dus besloot de duik af te breken. In hun enthousiasme besluiten ze echter om op de bodem te gaan zitten om de ballon op te laten. Dat kun je in Maarsseveen ongestraft doen, maar met bijna 1 knoop aan stroming moet je dat niet doen… Als bowlingpins tijdens het gooien van een strike duikelen ze over de bodem. Alleen de inmiddels beroemde Stonehenge constructie kan genoeg stabiliteit opleveren om de decoboei op te laten. Kortom ’t is niet altijd feest.

Had ik genoeg tijd en zouden jullie lang genoeg wakker kunnen blijven zou ik nog vele pagina’s kunnen vullen met verhalen over bidsprinkhaankreeften met ogen op steeltjes die beter zijn dan van welk ander dier dan ook, spitsnuitkoraalklimmers die zich maar niet willen laten fotograferen, manta’s die op armlengte afstand over je kop heen scheren, netmurene’s die geaaid worden door een domme en overmoedige duikgids, symbiose grondels die knus met hun kreeftje samenleven, de vele verschillende soorten anemoonvissen (an enemy fish volgens Ashraf…) die zich proberen te verschuilen in prachtig gekleurde anemonen, jagende makrelen die wolken hardkopharders zo opjagen dat het een donderend geluid maakt onderwater, porseleinkrabben die diep verscholen onder anemonen wonen, de ogen van de doopvontschelpen, kauri schelpen als betaalmiddel, blennies die koddig rondkijken, gobies die op zwepen wonen, enorme zeesterren, vleermuisvissen die je bijna komen zoenen en nog veel meer, maar mijn tijd is op en waarschijnlijk zitten jullie al te knikkenbollen. Rest me niet meer dan de afsluitende conclusie en die kan wat mij betreft zijn dat deze vakantie een geweldige duikvakantie was met een geweldige boot, heerlijk eten, een leuke en goede bemanning, een hele leuke groep maar vooral met prachtige duiken.

Oh ja, haaienogen reflecteren echt groen in ’t donker…

Willem

Fotoalbum Maldiven 2008