He, lekker hoor...
Dolfijnen!

Zabargad 04


Om kwart voor 6 moeten we er uit want voor het ontbijt en de eerste duik, gaan we eerst 2 uur varen. De zee is rustiger dan gisteren maar nog steeds staan er stevige golven. Voor op het dek is het heerlijk toeven. Een dienblad met koffie en thee, wat koekjes, de wind door je haar en een lekker zonnetje op je kop. We zijn op weg naar Gota Sharm. Daar aangekomen maken we onze eerste duik. Het is een groot rif met aan de voorkant van het rif een steile drop-off met steile canyons. De duik is mooi maar niet echt indrukwekkend . ’s Middags maken we een duik aan de andere zijde van het rif en gelijk al bij de afdaling ziet Tanja een witpuntrifhaai, helaas mis ik hem. Wel zien we nog flink wat blauwgespikkelde roggen, een schorpioenvis en een schildpad. De lucht is intussen alweer op en we hebben de Zabargad niet gehaald en we moeten een flink stuk peddelen. Als we de uitrusting afgehangen hebben, zien we dat de Conquest ook verschenen is. Een aantal mensen van de Conquest zijn langs geweest en die hebben wel wat tegenslag gehad, 15 uur varen, zodiak verloren, motorpech, zeeziekte.

Er wordt besloten om naar een onbewoond eiland te gaan, kunnen we kampvuur maken en een beetje bijkletsen. Onze boot vertrekt als eerst en rond een uur of 5 komen we aan en we gaan vast het eiland verkennen. We zitten met 18 man in een 6-persoons zodiak en komen maar ternauwernood aan. Het eiland is vol leven, heremietkreeften, kokmeeuwen, zeearenden en wij. De zon gaat intussen onder en terwijl we wat schelpen zoeken en hout sprokkelen valt de nacht. De Conquest is nog steeds niet gearriveerd en gaat dat ook niet meer doen in het donker. In twee ploegen gaan we naar de boot terug. Om half 7 gaan we een nachtduik maken op het rif Wadigamal South. Ik heb de fotocamera mee. Met al die zooi om m’n nek vergeet ik om onze lampen te controleren en die doen het dus ook prompt niet, beginner…. We haken aan bij Peter die licht voor drie heeft. Het rif is matig en water troebel. Wel zien we weer Spaanse danseressen en een flinke groengele koffervis. Henk probeert de vis zo gek te krijgen dat ie zich op blaast door hem met z’n snorkel op zijn kop te slaan. Je ziet de andere duikers uit de groep de stoom uit de oren blazen. Eenmaal boven gekomen valt iedereen Henk aan en geeft ie zelf ook toe dat het niet aardig was. Dat is eigenlijke ook wel het leuke van Henk, geen koude drukte, gewoon eerlijk zeggen wat gezegd moet worden. Na de goeie maaltijd, nog even lekker op het bovendek een whisky. Als ik naar beneden loop hoor ik Henk tegen Joop zeggen: ze zijn wel streng voor me, Joop.

He, lekker hoor...
Dolfijnen!