Tutukaka
Op weg terug

Na het onstuimige weer van gisteren is het opeens prachtig weer maar het waait nog wel hard. We rijden naar Dive! Tutakaka. Daar aangekomen weten we nog niet of het doorgaat want er zijn twee mensen buiten de haven kijken of de golfslag te doen is. De eigenaar van de toko komt binnen en spreekt ons aan in zijn best Fries. Is 20 jaar geleden naar Nieuw-Zeeland verhuist en grijpt elke kans aan om zijn Nederlands\Fries te oefenen. Als hij vraagt hoe het is in Nederland kan ik hem geruststellend melden dat zijn keuze een juiste is geweest met 900 kilometer file. Na een kwartiertje komt het verlossen wordt: it giet oan! We vullen het papierwerk in, krijgen ons pak (dubbel 7) en dragen de spullen naar de boot. Daar zijn al een stuk of 12 duikers verzameld waaronder de twee dames die de verloren strijd met de storm en de tent hebben gevochten.

Als we de haven uitvaren lijkt het redelijk rustig maar als we eenmaal tussen de beschermende heuvels uit varen begint de golfslag pas echt. Golven van een meter of 3, 4 beuken op de boot die met een enorme vaart richting de eilanden vertrekt die we nog niet kunnen zien. Al snel worden er een aantal neuzen wit. Tanja en ik houden de horizon strak in de gaten en dat helpt. Boos plezier hebben we over het feit dat de twee meest coole personen (stoere zonnebrillen, grote bek en vechtbroek) met een kostzakje voor zich uit zitten te staren. De boot maakt flinke klappen en je kunt je niet echt bewegen op de boot, het is een kwestie van goed vast houden en horizon in de gaten houden. Na een half uurtje zien we de Poor Knight eilanden aan de horizon verschijnen en na nog een half uurtje varen we de rust van de baai bij de Riko Riko cave. De briefing is goed, de duikleider kent de duikstek erg goed. We maken ons klaar voor de duik. Het pak is niet echt goed, het is een soort overal met een hesje er over heen. Het sluit allemaal niet best aan op elkaar. We gaan overboord, tobben zoals gewoonlijk wat met gewichten en zaken vervolgens af. Het water is koud, erg koud zelfs omdat het redelijk vrij door het pak kan stromen. Het zicht is goed, zo’n meter of 15. De visstand is uitbundig, en wat opvalt is dat ze erg “tam”. De sergant-majoors en de lipvissen zijn bijna opdringerig, als je achterom kijkt zwemt er een soort kudde achter je aan die soms zelfs aan je bril pikken. Het is erg mooi onder water, de kelp gedijt hier goed. Het is een soort die ongeveer 2½ meter hoog. Tussen de bodem en het bladerdak is een hele eigen wereld actief van klein leven. De kelp is met hele kleine worteltjes verankerd aan de rotsen. Volgens de duikleider kun je je veilig vasthouden aan de kelp. Dat doen we in het begin voorzichtig maar al snel merken we dat het inderdaad straffeloos kan, hoe het zo onwaarschijnlijk vast kan zitten is mij nog steeds een raadsel. Toch maakt het wat mij betreft de belofte niet helemaal waar, overal lees je dat het tot de top 10 duiklocaties van de wereld behoort maar wat mij betreft is dat een beetje te veel eer. We zien een paar erg grote schorpioenvissen, die in gematigd klimaat veel groter worden dan in de tropen (zagen we ook al in Spanje). Op de rosten zien we veel prachtige clown naaktslakken. Wit met oranje vlekken en paarse voelhorens en longen. Tussen de kelp zien we aardig wat murenes: groene en grijze. Na zo’n 35 minuten wordt het te koud om vol te houden en gaan we terug naar de boot.

Boven water schijnt de zon en in de luwte van de eilanden warmen we snel op. We eten het lunchpakket, een enorme boterham van zeker een centimeter of 8 dik. De pakketten zijn gemaakt door Kate en haar leus op de zak is mooi gevonden: Give Kate-a-ring. De eilanden zijn niet toegankelijk voor mensen en hebben dus als een van de weinige plaatsen van Nieuw-Zeeland zijn oorspronkelijke flora en fauna kunnen bewaren. De steile hellingen zijn begroeit met een prachtige rode bloem, de Poor Knight Lily. De twee (Engelse) dames van de omgewaaide tent blijken een duikopleiding te volgen. Eén van de dames vindt het maar niets en dat komt blijkbaar naar voren want ze worden niet echt positief beoordeeld na hun eerste duik. Ze maken zich ernstig zorgen over de tweede duik. We proberen ze gerust te stellen maar ze hebben besloten dat de instructeur hen onmogelijke en gevaarlijke dingen gaat laten doen zoals brilletje klaren. Zo’n anderhalf uur later is het tijd voor de volgende duik. Vrijwel meteen na het afdalen zien we vrijwel meteen een grote Adelaarsrog die tussen de rotsen ligt te rusten. We benaderen hem tot een meter of 5. Hij trekt zich niets aan van ons en blijft lekker lui liggen. De rest van de duik is mooi maar wederom koud. Zo’n 50 minuten later klimmen we weer aan boord. We besluiten het bij 1 dag duiken te houden. Op de weg terug varen we de Riko Riko grot in met de boot. Het is een enorme grot waar de boot van zo’n 15 meter lang met gemak in kan draaien. Het is intussen wat rustiger geworden dus de terugweg is iets rustiger. Terug op de camping hangen we de spullen in een speciaal daarvoor gebouwde hok waar de wind goed door heen kan blazen. We zijn te lui om zelf te koken dus gaan we uit eten bij het restaurant in de haven. Het eten smaakt heerlijk samen met de fles wijn die we soldaat maken. We komen rond een uur of 9 thuis en storten moe in bed. Daar krijgen we spijt van want rond een uur of 1 wordt ik wakker met het gevoel dat we elk moment de schemering kunnen zien. Helaas gaat dat nog een paar uur duren en dus draaien en jakkeren we net zolang tot we weer in slaap vallen

Tutukaka
Op weg terug