Abu Nahas
Sharm

Ik word een beetje katerig wakker, heb weer niet echt lekker geslapen maar Tanja’s rug gaat de goede kant op. We gaan de oversteek wagen naar de Sinaï. De tocht is behoorlijk ruig maar we komen er zonder kleerscheuren vanaf of het moet Fred zijn die even iets verder overboord gaat hangen om wat eten te verwerken via een niet reglementair kanaal. Was natuurlijk niet zeeziek, want dat is niet stoer, had iets verkeerds gegeten… We komen aan bij de andere kant en meren af bij de Thistlegorm. Er liggen al vijf andere boten dus dat gaat makelijk. We maken ons klaar voor de eerste duik, naar het achterdek, het diepste gedeelte, zo’n 30 meter. We dalen langs de ankerlijn af die vastgemaakt is op het middenschip. Achter het middenschip is een gedeelte van het schip wat verwoest is bij het bombardement waar de Thistlegorm door is gezonken. Het is altijd een indrukwekkend gezicht om het wrak te zien verschijnen als je afdaalt. Eerst zijn de vormen vaag en onduidelijk, maar als je zakt zie je de contouren van het schip verschijnen en dat is altijd spookachtig. We komen al snel bij een grote groep barracuda’s die rondcirkelen. Aan de zijkant staan grote tonijnen in de stroming. Om ons heen drijven veel kwallen. Op het verwrongen staal van het middenschip ligt een krokodilvis anoniem te doen. Op het achterdek is een ruimte met een luchtbel waar je met zijn tweeën in kunt. Dat is behoorlijk vreemd, op 30 meter diep je adem automaat uit doen en je eigen stuk zoenen en gedag zeggen. Na deze break gaan we door naar het achterschip. Daar staan nog twee stukken boordgeschut. De schroef steekt nog een stuk uit het zand. We draaien om en gaan bovenlangs weer terug naar de ankerlijn waar de stroming behoorlijk is toegenomen, we hangen klapperend aan de ankerlijn de veiligheidsstop te maken. Overal om ons heen komen de kwalen voorbij zetten, op zich mooi om te zien. Boven water lunchen we en wachten tot we weer onder kunnen, deze keer op het voordek. Ik bel nog even met Gemma en hoor dat Joop het goed maakt en naar huis mag.

Rond een uur of 1 dalen we via dezelfde lijn af en gaan vervolgens de ruimen in. Die zijn afgeladen met voorraden, laarzen, motoren, vrachtwagens, accu’s aanhangers, van alles. We zigzaggen door de ruimen en komen na veel kruipdoor, sluipdoorweggetjes op het voordek terecht. Daar stijgen we via de voorlijn weer op. In eerste instantie wilde we nog een duik maken maar bij nader inzien besluiten we om hier van af te zien, omdat we wel genoeg Thistlegorm gezien hebben. Dus vertrekken we en maken een tocht van 4 uur richting Sharm El Sheik. Ik ben ondertussen niet echt lekker en ga slapen. Als ik 3 uur later wakker wordt dan zit er iets in mijn oog en ik kan het er niet uit krijgen, iets van een haar of zo. Ik zit zo hard te wrijven dat mijn oog zo geïrriteerd raakt dat ik er niet meer door kan kijken. Ik kan dus de volgende duik niet mee en dat is klote want die duik is op de Temple en dat was vorige keer een ontzettend mooie duik. Tanja gaat natuurlijk wel en heeft een mooie duik.  Ondertussen praat ik wat met de kapitein en die verteld honderduit over Omar zijn zoon. Hij glimt van trots. Als de duikers terug zijn heb ik wat geslapen en is mijn oog al aardig beter. Wael vertelt me dat de kapitein speciaal voor ons, Tanja, Henk en mijzelf, is omgevaren  naar de Temple omdat wij er de vorige keer zo enthousiast over waren. Hij was dan ook verdrietig dat ik niet mee kon. Dat vond ik wel heel lief om te horen. Spreekt overigens ook voor de sfeer aan boord, zonder er al te veel ophef over te maken en eigenlijk ongevraagd en op basis van wat ze horen, doen ze er veel aan om te zorgen dat mensen het naar hun zin hebben. Hamada is met de zodiak naar Sharm gevaren om wat voor mijn ogen te halen. Allemaal heel aardig. Mijn oog is al weer zover beter dat ik de nachtduik mee kan doen. Die is prachtig, we zien veel Spaanse danseressen, octopussen, kortom een mooie duik alhoewel de magie van de vorige duik niet hervonden wordt. Er zijn prachtige dingen te zien, maar ik kan me nog herinneren van de vorige keer dat we als een kind in een speelgoedfabriek rondzwommen. Eens te meer lijkt bewezen dat je niet moet proberen om bekende pieken te herhalen maar om nieuwe te zoeken. Na het eten, rond half 11, redden we nog net 1 biertje en gaan naar bed.

Abu Nahas
Sharm