Van de regen in de drup
De eerste stappen

Als we wakker worden regent het nog steeds, goed dus dat we niet zijn gaan kamperen. Het ontbijt is redelijk voor een Raststätte. We gaan verder door de gutsende regen en bereiken Oostenrijk. Het is rustig op de weg dus ondanks de regen schieten we aardig op. Via Innsbruck komen we op de Brennerpas. Het is zo bewolkt dat we niet veel zien van de grote Brennerpas. Als we Italië binnen komen houdt het ook op met regenen. We missen de juiste afslag en moeten een flink stuk doorrijden. Een voordeel hiervan is wel dat we nu het gebied wat wel willen bezoeken, moeten doorkruisen zodat we al meteen een aardig beeld krijgen van de Dolomieten.

Via allerlei kruipdoor, sluipdoor weggetjes komen we aan in Ortisei. Om het dorpje in te komen moeten we in de file staan, wat op zich al een slecht teken is. Navraag bij het VVV leert dat er in het hele dal geen enkele camping is. Werkelijk onbegrijpelijk, maar echt waar. We gaan verder en vinden op onze kaart ergens een tentje aangegeven en gaan op weg. We gaan via de Sellapas. Die is echt heel indrukwekkend. Het gebergte is zo verschrikkelijk veel anders als de Alpen. De bergwanden zijn van loodrecht, bijna wit, met onder de toppen en glooiende puinkegel. De afdaling is imposant, met mooie bossen, afgewisseld met alpenweides en doorkijkjes op het Val di Fassa.

We komen aan bij het dorpje Canazei en zowaar ze hebben er een camping. Door een soort zwerver op een quad worden we naar een plaatsje ingeklemd tussen andere tenten gemanoeuvreerd. Toch is heeft het plekje aardig wat privacy omdat de omringende tenten met de rug naar ons toe staan. Het is droog en zelfs de zon is verschenen, dus het opzetten van de tent is zo gebeurd. Het opblazen van de luchtbedden duurt zoals altijd het langst. We gaan wat inkopen doen voor het eten. Het is een klein dorpje met veel toerisme. De hoofdstraat is een aaneenschakeling van winkels vol met kaarten, plaatselijke artikelen zoals gedroogde paddestoelen en polenta. Voor we aan tafel gaan, gaat de GSM en belt Wim Kools van mijn werk, half overspannen vanwege een vage applicatie die ik normaal beheer. Een uur bellen verder is hij ook weer gerustgesteld. We eten eeuwighoudbare kipsnitzels, je weet wel, van die folie dingen, maar compenseren het eten met een heerlijke lokale fles wijn. ’s Avonds proberen we het oventje uit en dat werkt perfect. Lekker dicht bij het vuur, kunnen we heerlijk lang buiten blijven zitten met een knapperend haard vuurtje. De fles whisky die ik mezelf geschonken heb, valt wat tegen. Het is een jonge Highland Park, maar dat proef je er niet echt van af. Maar goed, je slaapt er lekker op, zelfs al is de nacht koud.

Van de regen in de drup
De eerste stappen