Vandaag op pad naar Tilburg. De wereld is prachtig. Net buiten Utrecht is er een dikke laag grondmist. Boven de laag mist een mooie blauwe lucht die de mist extra wit maakt. Als ik over de Lekbrug rijdt kijk ik neer op een mooie dikke wattendeken waar hier een daar een kerktoren doorheen prikt. De bermen staat vol met prachtige paarse pinksterbloemen en uitbundig bloeiend koolzaad. Spetterende gele deken die soms zo dicht op elkaar staan dat er bijna geen groen meer tussendoor komt. Alle bomen hebben een fris groene waas van nieuw blad over zich heen. De rit is prachtig totdat ik op de A27 bij tankstation Meerkerk aankom. Het voelde een beetje alsof je lekker achterover op je bank ligt te genieten van de langspeelplaat van 3e orkestsuite van Bach terwijl de kat op poezenvoetjes langzaam dichterbij sluipt, gefascineerd naar de ietwat deinende pickuparm kijkt en zonder waarschuwing diezelfde pickup arm een lel verkoopt: skreeeeeeeiiikkk!!

omgehaktMensen die mij langer kennen, weten dat ik een afkeer van populieren heb. Niets persoonlijks, die hier door mensen geïntroduceerde bomen kunnen er ook niets aan doen dat het zulke mislukking van moeder natuur zijn. Maar ze zijn zo’n exponent geworden van de gejaagde, financieel gedreven en hyperefficiëntie maatschappij dat ik er niet meer naar kan kijken als natuur. Als er ergens een nieuw wijkje neergezet wordt, als er ergens een stuk land heringericht wordt, is er altijd wel 1 of andere verdwaalde landschapsarchitect die besluit om er populieren neer te zetten. Ze groeien lekker snel en behoren tot de goedkoopste bomen die er te koop zijn en ze denken dat het er dan lekker fris en groen uit gaat zien: een boom is boom nietwaar?

Niet waar!!! Een populier is geen boom, een populier is een productie eenheid. Zodra het harder waait dan windkracht 2½ waaien de takken roest
uit de boom, sterker nog: tik in Google maar eens in “populier spontaan afbreken” en je krijgt een angstaanjagend overzicht van de gevaren die deze boom herbergt. In het voorjaar produceren ze dikke lagen pluis en als alle andere bomen nog volop in blad staan, besluit de populier vast om de herfst in te zetten, een fase van het jaar waar ik best mee kan leven. Maar niet als er in augustus al aanstalten mee wordt gemaakt. Het blad is tijdens de zomermaanden al geen hoogvlieger: vaal groen, vaak met gele en bruine vlekken als gevolg van de populierenroest en met een heel dun bladerdak. Maar als ze dan hun blad verliezen (lang voor de rest van de natuur daar ook maar over piekert), komt er op de grond een vies stinkende laag bijna leerachtige bladeren terecht die zich nauwelijks laat verteren. Als al het andere blad al lang weer dienst doet als vruchtbare compost verzet het populierenblad zich met hand en tand om vooral geen nuttige bijdrage aan een betere wereld te leveren.

Rechte lijnBen je nu niet een beetje negatief hoor ik de lezer dezes denken? Nee, nee, driewerf nee! Het gaat zelfs nog verder. Het grootste loofbos van Nederland is het Harderbos roept Natuurmonumenten. Wat ze je niet vertellen is dat ondanks dat het een heel groot bos is, kun je aan de ene kant gaan staan en dan gewoon naar de andere kant kunt kijken. Met mathematisch precisie zijn de populieren als productie eenheden in het gelid gezet als Noord-Koreaanse militairen op parade ter ere van de verjaardag van Kim Jong-un. En het hout dan? Natuurlijk daar kun je prima klompen en lucifers van maken. Die laatste eigenschap geeft overigens ook wel weer aan dat ook moeder natuur vind het verbranden van populierenhout tot de kernkwaliteit moest behoren. En verder? Wikipedia zegt dat het hout te makkelijk krom trekt als het droogt en lastig te zagen is omdat het hout te taai is.

takkenMaar er is hoop voor de vermaledijde boom. Er is namelijk een stichting opgericht onder de sprankelende naam: stichting Populier (indertijd zelfs met een kwartaalblad met de al even sprankelende naam: Populier…). Het doel van de stichting: “Het bevorderen van de maatschappelijk verantwoorde aanplant van populier (en wilg) in Nederland en Vlaanderen door middel van publiek- en praktijkvoorlichting en onderzoek”. De lelijkheid van de populier is namelijk niet alleen mij opgevallen en dus neemt sinds een aantal jaren gelukkig de aanplant van deze exoot af. Mooi om te zien overigens dat er op de site wel een blaartrekkend verhaal staat over de bedreiging van de enige inheemse populier (de zwarte populier en ook al voelt het bijna tegennatuurlijk om te zeggen: die is wel mooi…) maar dat de insteek van de stichting is om vooral de uitheems Amerikaanse en Canadese populier aan te planten die deze zwarte populier ernstig bedreigen. Kortom, ook bij de stichting prevaleert het commerciële belang. Er moet geproduceerd worden!

Maar wat mij eerder nog niet opgevallen was (verdringing…) en wat mij vandaag stuitend duidelijk werd is dat ook de start van het groeiseizoen bij de populier geheel in stijl is. Terwijl de wereld in een heldere fris groene sluier de lente start is de populier een vies vaal bruine blad aan het produceren. Net zo treurig gekleurd als in de herfst staan de trieste bomen ons vast te herinneren dat er geen zomer zonder winter is, dat bergen er alleen maar zijn door de dalen en dat het glas altijd half leeg is. Niet geen mooie lente: de populier is een grimmige reminder dat de herfst elke dag dichterbij komt…

Daarom kan ik wat de stichting Populier noemt het “ongenuanceerde, negatieve imago van de populier” van harte aanbevelen als een te ondersteunen opvatting. Populieren moeten dood….

1346344614-933002222