De eerste duik

Zoals altijd moeten we veel te vroeg op. Gert brengt ons in weg in zijn Fiatje. Hij is te laat want hij moest krabben, laten we zeggen dat dat een prettige smoes is als je naar Aruba vertrekt. We zijn heel benieuwd wat we aan gaan treffen want vorige week bij de kapper spraken we een dame die vertelde dat het verschrikkelijk geregend en gestormd had. Ze had het eiland nog nooit groener gezien. Orkaan Andrew had flink wat schade veroorzaakt, kortom de verhalen waren aanleiding voor boze dromen over het aankomen op een eiland en het verschil niet kunnen zien tussen Texel en Aruba.

We vliegen met Martinair. Op Schiphol koop ik nog een fles whisky in de Taxfree shop. Zittend in de Terminal wachtend tot we kunnen boarden overdenk ik hoe we hier zijn aangeland. Eigenlijk waren we namelijk op zoek naar een huisje ergens in Nederland voor Oud en Nieuw. Wekenlang bellen we en bestellen we catalogi, maar overal zijn de huisjes die we willen bezet. Het enige wat nog te krijgen is zijn de huisjes uit de duurste categorie, tot zo’n ƒ1500,- per weekend. Dat wordt ons allemaal te gortig voor een weekendje, en als we dan toch veel geld uit gaan geven dan maar gelijk goed doen. We rekenen alles door, rekenen een beetje naar ons toe en ondanks de aankomende koop van het huis op de Verlengde Hoogravenseweg, besluiten we om voor 9 dagen naar Aruba te gaan.

Rond 8 uur vertrekt het vliegtuig, zonder vertraging. Martinair is altijd een beetje benauwd, je hebt net wat minder beenruimte als bij andere maatschappijen, maar verder is het wel in orde. Naar de Antillen vliegen is saai, er valt niets als water te zien. Op het vluchtinformatiescherm verschijnt pas hier en daar een eiland als je al op driekwart van de reis bent. Na 8½ uur vliegen landen we op luchthaven Reina Beatrix. We komen het vliegtuig uit via een slurf met airco dus de schok van de tropische warmte komt gefaseerd. Het vliegveld zelf is gloednieuw, met airco dus, maar je ruikt de tropenlucht al wel, een soort vochtige, bijna vette, aardachtige geur. De douaneformaliteiten stellen niets voor, het invullen van het immigratie formulier duurt nog het langst.

Paspoort-ArubaDe aankomst is totaal verschillend van die op Bonaire, dit is een grote mensen vliegveld en waarschijnlijk ook een grote mensen eiland, en Bonaire is gewoon zijn kneuterige zichzelf, geen drukteschopperij, een open hal met alleen een plafond. Buiten valt de heerlijke tropenwarmte over ons heen. ’t Licht bewolkt (wat het op de Antillen eigenlijk altijd is) het eiland is inderdaad heel groen (in vergelijking met Bonaire vorige jaar) maar het is droog en warm. Aan de overkant van de aankomsthal is de uitgifte van de huurauto. We pikken de onze op, een Toyota Tercel en gaan op weg naar Pos Chiquito. Het eiland wordt gedomineerd door de hoogste heuvel, de Hooiberg (168 meter). Onderweg zien we de eerste parkieten over de weg heen scheren, in de buurt van Parkietenbos. De eerste indruk van Aruba is dat het veel mondainer, veel drukker, veel industriëler is. Overal is wel een schoorsteen te zien van een raffinaderij of een andersoortig fabriek. Er is zelfs een stukje 4-baans snelweg. Bij het appartement aangekomen treffen we niemand aan. We zouden vanaf 2 uur in het appartement kunnen maar het is pas half 1. We besluiten dus een stukje door te rijden. We rijden door tot het meest zuidelijke puntje van het eiland, langs de raffinaderijen van Sint Nicolaas. Enorme complexen met pijpleidingen, waarvan er eentje ons de hele weg heeft gevolgd, liggen langs de kust. Ik kan niet anders als het zonde vinden van zo’n mooi eiland.

Garden1Aan het zuidpuntje eten we de laatste Nederlands krentenbol onder het toeziend oog van de gevangenis van Aruba, als je nou toch moet Sea Breeze zitten dan maar met een mooi uitzicht. Voor ons zijn Arubaanse kinderen aan het spelen in de stevige branding, het strand ligt aan de naar de wind gekeerde zijde van het eiland en heeft flinke golven, dit in tegenstelling tot de andere zijde waar haast geen golfslag is. Om een uur of half 3 rijden we terug naar Pos Chiquito en daar is intussen Ineke aangeland. Een doorrookte Nederlandse Mallorca-ganger die haar geluk in Aruba is gaan proberen samen met Philip, een soort Amsterdamse klein penoze. Ineke is stewardess geweest en dat zie je. Het appartementen complexje ziet er lief uit. Een klein zwembad, een terras met wat palmen en een paar luie katten. Het appartement zelf is redelijk afgetrapt, niet echt schoon maar voor een vakantie prima in orde. Een lekker bed, een keukentje met twee pitten, een bank.

’s Middags terug naar Oranjestad om wat boodschappen te doen. Het eerste wat ons overkomt is dat we in de file komen te staan. Na dat we boodschappen gedaan hebben gaan we snorkelen in de lagune voor het appartement. Op 25 meter afstand van het appartement is een lagune, die door een rij smalle eilanden van de zee is gescheiden. We gaan snorkelen langs een oude pier en zien weer de pracht van een tropische zee. Overal zwemmen prachtige vissen. We zien al meteen een murene. Na het eten kijken we nog even TV maar de jetlag slaat zoals altijd ongenadig toe en rond 9 uur liggen we, onder het de zacht zoemende koelte van de airco, te slapen.


De eerste duik