Halverwege (deel 2)
Marieke's voorstel voor een titel: dag 2...

De camper oppikken gaat met Australisch gemak: formuliertje invullen, kopietje rijbewijs, niet drinken en rijden tegelijk en daar staat ie: ons huis voor de komende tijd. Door de uitstekende vlucht van vannacht durf ik het wel aan om een stuk te gaan rijden. Met een dikke jetlag voor het eerst sinds lange tijd weer links rijden leek me geen goed plan maar ik voel me fris en fruitig en dus besluiten we gelijk op pad te gaan. Volgens de dame van de camperverhuur is er een grote supermarkt op zo’n 25 kilometer buiten Darwin op de route naar Litchfield National Park. Kun je niet missen! Dat klinkt als een uitdaging voor Heijdeveldman en die uitdaging winnen we. We eindigen zo’n 125 kilometer verder op in Adelaide River, een stoffig gehucht met 15 vaste huizen en de rest trailertrash. In de General Store staat iemand achter de balie die de boodschap goed heeft begrepen: we moeten allemaal langer doorwerken… Hij is ergens tussen de 80 en de schijndood en beweegt met een tempo waar een gemiddelde luiaard jaloers op zou zijn. Als hij ziet wat we allemaal inslaan wordt hij wel iets actiever: vandaag wordt een wereldomzet! Niet dat er veel keus is maar we moeten alle basiszaken inslaan: wijn, bier, chips, zeg maar de eerste levensbehoefte. We ontdekken dat het park weliswaar aan Adelaide River grenst maar dat er maar 1 ingang is en die is 40 kilometer terug.Dus stap ik weer in de bus om terug te rijden. Nadat ik weer uit de bijrijderskant gestapt ben en de kant van de auto met stuur heb gevonden, bedenk ik me dat links rijden nog wel even wat tijd zal vragen om aan te wennen. Langs de weg haalt een bord met “RV camp: the gateway to Litchfield” ons over daar ons kamp op te slaan. Met uitzicht op Stuart Highway, zeker eens in de 10 minuten wat verkeer maar is dan wel meestal een roadtrain van een meter of 45. Achter ons kabbelt een rustig beekje met veel kwetterende vogeltjes.

20141021-Marieke jetlag“Pick a place you like, fees will be collected later” staat er met morsige verf op een bord gekliederd. De campsite is volledig uitgestorven, dus pikken we de mooiste plek en gooien alle bagage uit de camper, richten hem zo overzichtelijk mogelijk in. Marieke besluit het opgemaakte bed eens wat indringender te inspecteren en 5 minuten later komt er een geruststellen gesnurk uit de camper. Die is wel goedgekeurd. Ik besluit om een plek voor de hangmat op te zoeken en als dat gelukt is moet die natuurlijk ook getest worden. Anderhalf uur later word ik wakker door een auto die vlak naast de hangmat tot stilstand komt. Het blijkt de boerin die komt melden dat ze nog even “in town” moet zijn maar dat ze daarna gelijk terugkomt om de administratie af te handelen. Maar voor nu vast een paar dingen: water altijd koken en niet zwemmen in de creek. Hoezo? vraag ik in al mijn onschuld. Krokodillen is het afdoende antwoord. Verder is het van belang dat je ’s avonds flink stampt om de slangen te attenderen op je komst, anders bijten ze van schrik en is het niet verstandig om in het gras te gaan zitten want daar krijg je Scrubtyphus van… Als ik de opsomming zo eens de revue laat passeren is het een wonder dat er uberhaupt nog mensen leven hier. Als de boerin vertrekt, loop ik naar de beek toe en merk dat ik het water opeens heel anders benader…In het water zit veel vis, die af en toe rimpels veroorzaken, genoeg reden om een beetje op afstand te blijven.

20141021-Buley rockhol Marieke zwemtAls Marieke weer terug is in het land der levenden, gaan we naar het park om te zwemmen. In de Buley Rock pool schijnt dat te kunnen. We moeten wel een beetje wennen aan de afstanden, op de kaart lijkt het een klein stukje maar in werkelijkheid is het anderhalf uur rijden. De airco in de auto geeft je een vals gevoel dat het wel meevalt met de hitte. Uitstappen en je weet dat het inderdaad een vals gevoel is. We volgens het pad naar het riviertje en dat is heel erg idyllisch. Het stroompje kabbelt rustig over wat richeltjes en er zijn een stuk of 5 poelen op verschillende hoogte. We duiken erin en het water is heerlijk verkoelend. De poelen zijn een meter of 2,3 diep en de stenen zijn door jaren erosie van het water mooi glad afgesleten. Ik heb mijn duikbril bij me en onderwater is van alles te zien: grondeltjes en andere kleine vissen zwemmen er rond. Opeens verschijnt er een watermonitor, een soort varaan die op de bodem op jacht gaat naar visjes. Erg gaaf om te zien. Hij klimt weer het water uit en gaat op een randje op zitten warmen. Op de weg terug stoppen we nog bij een vloedvlakte die helemaal vol staat met termietenheuvels. Het ziet er luguber uit, als een soort kerkhof. Zover het oog reikt staan de grafzerken.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA 20141021-Watermonitor

Halverwege (deel 2)
Marieke's voorstel voor een titel: dag 2...