Tell me why I don't like mondays....
Klein Bonaire (met de boot...)

Vannacht slecht geslapen. Er was een mug in de kamer die een beetje last had van ADHD en dus flink heeft gestoken. Verder was de wind bijna weg dus de verkoeling die normaal gesproken door het hor de slaapkamer binnen komt was weg. We staan op, ontbijten met vers gebakken broodjes door Joop zelf gebakken. We gaan een hele dag naar Slagbaai en moeten nog wat boodschappen doen voor onderweg. Eenmaal voorzien van een auto vol lekkers vertrekken we naar de andere kant van het eiland. Het park is nog niets veranderd: stoffige weggetjes, met veel kuilen maar ook verrassend veel groen. We stoppen bij een aantal baaien, de zogenaamde Boca’s. Vooral de Blowhole is mooi om te zien. De wilde golven van de noordzijde komen de nauwe baai in gerold en aan het einde is een soort grot die via een bocht omhoog boven het water eindigt. De golven komen de grote opening binnen rollen en doordat de grot steeds nauwer wordt, spuit het bovenaan met enorme kracht er weer uit. De wind van de afgelopen dagen levert een flinke golfslag op en dus gaat de eerste duikstek niet door. Het is de meest westelijke duikstek van Bonaire, Boca Bartol. De golven slaan echter zo wild over het koraal heen dat we besluiten verder te rijden. Via de vervallen vuurtoren komen we bij de afslag naar de zoetwaterbron Pos Mangel. De weg erheen is erbarmelijk. We worden door elkaar geschud en als het geen huurauto was geweest waren we zeker omgedraaid. Bij de put is het altijd een komen en gaan van leguanen, vermoedelijk omdat ze gevoerd worden door de toeristen. Ze kennen totaal geen angst en komen angstig dichtbij. We proberen ze af te schudden en lopen door naar de drinkplaats. Daar vliegen veel prachtig gekleurde kanaries, parkieten, koibri’s en blauwe duiven. De leguanen zijn intussen in de struiken verdwenen maar op gezette tijden komt er eentje kijken of we echt niets te eten bij ons hebben. We laten ons uiteindelijk intimideren door een grote knaap die zelfs de camera begint af te likken. We lopen terug naar de auto en hobbelen weer terug naar de hoofdweg (groot woord voor een pad). We komen bij Slagbaai en maken de duiksets klaar voor een duik. De duik valt erg tegen. In 1999 waren we hier ook wezen duiken en toen waren we het er over eens dat het absoluut de mooiste duikstek van Bonaire was. Helaas heeft Lenny, de orkaan die eind 1999 over het eiland gierde, met zijn volle gewicht op deze hoek van het eiland gebeukt. De baai is een slagveld van gesneuveld koraal. Vrijwel niets staat er meer overeind. Tussen de brokken koraal scharrelt wat vis, een papagaaibekvis knabbelt wat alg van een dood stuk, een murene zit verborgen tussen de restanten van een stuk hersenkoraal. We zaken door tot beneden de 20 meter en daar wordt het wat beter.Toch is het triest om te zien wat er van deze prachtige stek over is, zelfs al is de oorzaak heel natuurlijk. Terug op de kant bouwen de setjes af. Intussen heeft zich een prachtig oranje/geel vogeltje in de cabine van de auto gevestigd. Hij zit op het stuur en kijkt zelfverzekerd om zich heen, alsof hij zo eigenhandig de auto weg gaat rijden. Tanja probeert hem uit de hand te voeren maar dat is een brug te ver. We kijken toe hoe bouwvakkers het historische landhuis aan het restaureren zijn. Ook op de kant heeft Lenny slachtoffers gemaakt. Het landhuis ziet er al wel weer prachtig uit. Vroeger werd deze baai gebruikt om de geiten die gehouden werden op de twee plantage (plantage Washington en plantage Slagbaai) te slachten, te pekelen en vervolgens te laden op de schepen die in de baai af konden meren. We picknicken onder een divi-dive boom met uitzicht op een groep Flamingo’s die achter het landhuis in de Salina aan het foerageren zijn. We doen een middagdutje en vertrekken naar de uitgang.Via Rincon rijden we naar de kustweg bij de BOPEC. We stoppen bij Karpata voor de laatste duik van vandaag. Karpata is altijd een mooie plek om te duiken, het is een van mijn lievelingsstekken. De steile hellingen met diepe canyon leveren een afwisselend onderwaterlandschap op. Twee keer komen we een midnightparrotfish tegen, een erg grote, diepblauw, bijna zwarte papagaaibekvis. Daarnaast is het koraal prachtig. Er zijn ook een aantal anker te vinden uit de 17e eeuw toen hier nog regelmatig schepen afmeerde om lading van het landhuis Karpata in te nemen. We pakken de spullen in, gaan weer een klein stukje terug naar Rincon en nemen dan de onverharde weg die naar de top van de heuvelrug leidt en vervolgens parallel aan de kust uitkomt bij Andrea I en II. We dumpen de flessen, spoelen de spullen, regelen voor morgen een bootduik naar Klein Bonaire en gaan op weg naar een lekker koud biertje. Joop en Gemma zijn allebei thuis. Gemma heeft gereserveerd in het schoolrestaurant. Dat is een restaurant waar leerlingen van de school in de praktijk kunnen oefenen hoe het is om in de horeca te werken. De bediening is vertederend. Onhandig, verlegen maar prima in orde. Het eten is ook heerlijk. Rond een uur of 10 vertrekken we en na een afzakkertje op de veranda vallen we in coma.

Tell me why I don't like mondays....
Klein Bonaire (met de boot...)