Interstate 84
Bear Lake

Gisteren hebben we weer kilometers gevreten, liever nog miles eaten, zoals ze hier zeggen. We hebben geprobeerd om zover mogelijk in Wyoming door te dringen en dat lukt aardig want Wyoming is saai en dus rijden we hard. Zodoende komen we tot Rock Spring. We scoren wat fastfood omdat we geen zin hebben om te koken en zetten de tent op in een enorme grintbak die er uit ziet als een grote parkeerplaats, vol met RV’s (Amerikaanse campers). We rijden naar de Mall, kopen daar twee spijkerbroeken voor ƒ40 per stuk en een paar CD’s om de tijd te doden onderweg. Gelukkig liggen hier de spoorlijn en de Interstate een flink stuk van de camping dus we slapen heerlijk

Vandaag de laatste rijdag en dat is maar goed ook. Als we van tevoren hadden geweten dat het zover zou zijn hadden we waarschijnlijk niet naar Olympic National Park gegaan maar dat is achteraf gedacht. We zijn namelijk 5 rijdagen kwijt geraakt om er te komen en dat is te veel van het goede. Overigens was het wel een erg mooi park dus dat is een mooie pleister op de wond. Nu komt toch het einde in zicht van al dat rijden en het paard ruikt de stal zoals een oude Amerikaans spreekwoord zegt. Als je dit combineert met de enorme saaiheid van oostelijk Wyoming betekent dat toch zeker 95 miles in plaats van 75. Tot aan Rawlings geen probleem maar dan verschijnen er achter ons opeens heel veel lampjes die alsmaar uit en aan gaan. We wachten op een signaal zoals Pull over maar de beste man heeft waarschijnlijk een overhemd aan want er komt niets. De politieauto komt naast ons rijden en gebaard dat we aan de kant moeten. Wasn’t that enough light, madam? Wij natuurlijk zo dom en buitenlands mogelijk doen en hij vergeeft ons snel. Hij vraagt om een rijbewijs. Dat heeft Tanja wel bij de hand, maar vervolgens vraagt hij een verzekeringsbewijs van de auto en dat is lastiger. In de kofferbak misschien. Ik doe de kofferbak open en zie in mijn ooghoeken Officer Hunter zijn pistoolholster los maken en achter de deur gaan staan, gaat toch anders als in Nederland. We halen de hele kofferbak leeg maar vinden niets. Onze state trooper ziet alles met een stalen bek aan. Nadat we bijna ons hele hebben en houwen op straat hebben gezet (en nog niets hebben gevonden) is hij het zat. Laat maar zitten, waar hij eigenlijk voor kwam is onze snelheid. Volgens zijn radartje reden we 85 maar toen hij achter ons aan kwam had hij zelfs 87 gemeten maar hij heeft een goede bij en voor $85 zijn we klaar. Nou dat kon erger, ’t blijft zonde geld maar zo gaat dat: “don’t mess with the law”. De rest van de reis verloopt een stuk rustiger, als er ergens 65 staat dan doen we dat maar, als ze er hier zo kinderachtig over doen, dan kunnen ze het zo krijgen ook. Om een uur of 3 rijden we Estes Park binnen via een prachtige bergweg met veel smalle kloven, er zich door de rotsen heen persende beken en dichte bossen. Bij de VVV reserveren we een camping plek omdat dat geadviseerd werd in verband met de drukte. Op de camping aangekomen blijkt de plek maar voor 1 nacht vrij te zijn en zouden we morgen moeten verkassen, daar hebben we niet zo’n trek in, dus ondanks dat we al betaald hebben, besluiten we verder te zoeken. Een stukje verder op vinden we een prachtig plekje op een rand die uitkijkt over het hele dal. We doen boodschappen, koken en krijgen visite van tientallen eekhoorns die overal op en in zitten. Het is helaas verboden om kampvuur te maken dus gaan we vroeg naar bed want het is koud op deze hoogte.


Interstate 84
Bear Lake