Koninginnedag op de Juliana
Klaar

We vertrekken rond 7 uur richting Hurghada om daar op het wrak van een Egyptische kanonneerboot te duiken. De naam is geheim, maar omdat hij voor de haven ligt wordt er meestal aangerefereerd als El Mina, Arabisch voor haven. De boot is tijdens de 6-daagse oorlog door de Israëlische luchtmacht tot zinken gebracht. Er staat behoorlijk veel stroming dus wordt er een lijn langs de boot gehangen om ons aan voort te trekken naar de ankerlijn die aan het wrak vast zit. We dalen af en komen bij het wrak dat op 35 meter diepte ligt. Het is op zich een interessant wrak, zoals eigenlijk elk wrak, maar het leven er om heen is heel minimaal. We beginnen achteraan bij het diepste punt en duiken naar de boeg. Daar zit een groot gat, duidelijk door de inslag van een bom of raket. Er zitten nog een kanon en een mitrailleur duidelijk zichtbaar op het wrak. Eenmaal terug bij de ankerlijn zit er een hele dikke murene met zijn kop lekker naar buiten te geeuwen, hij laat alle aandacht gelaten over zich heen komen. Iedereen die er langs komt blijft hangen of poseert ervoor. Via ankerlijn terug en na een safetystop van een minuut of 5 komen we boven waar het flink stroomt. Langs het touw tijgeren we terug en klimmen aan boord. We varen naar de haven van Hurghada waar we aanleggen naast een vissersboot. Daar zitten de lokale vissers met zijn alle de netten te boeten. Ziet er uit als een naaikransje maar dat heb ik ze maar niet verteld. We ontbijten en gaan op pad naar alweer de laatste duik van deze vakantie. Ongeveer op een uurtje varen vanaf de haven van Hurghada maken we een duik bij Ras El Fanous. Het rif ziet er prachtig uit, veel harde koralen, veel vissen. Zo’n laatste duik heeft altijd iets weemoedigs, weten dat het weer voorbij is met dat lekkere leventje waarin je in een routine terecht komt die heerlijk rustig is: opstaan, duiken, ontbijten, duiken, eten, duiken, slaapje, duiken, eten, duiken, slapen. Al dat moois, elke reis ontdek je toch weer nieuwe vissen, zie weer andere details. Het laatste stuk van het rif is zo dood als een pier en dat maakt het afscheid een stuk makkelijker. Boven gekomen is Wael al weer paraat en na wat worstelingen en wat stoeien waarbij we allebei overboord gaan, varen we terug naar de Queen Juliana. We lunchen en varen daarna terug naar het Holiday Inn hotel waar ze tegenwoordig in de haven liggen. ’s Middags gaan we met kok Ahmed opstap om te shoppen in Hurghada. Zo’n lokale inboorling erbij is toch wel prettig, geen gezeur met de taxi, hij kent wat winkeltjes en kan nog wat van de prijs af lullen. We kopen een winkeltje half leeg en slenteren daarna door de stad. Een aantal mensen gaat onder het deskundige oog van Henk wat juwelierswinkeltjes af. De stad is zoals altijd een chaos, constant toeterende taxi’s proberen je aandacht te trekken, als je zou moeten zeggen of ze links of rechts reden in Egypte ga je in Hurghada in ieder geval geen antwoord vinden, en overal staan mensen te zeuren, come look at my shop, good quality, I make special price for you… We drinken wat bij het Indiase restaurant met de toepasselijke naam Rome, terwijl de buurman telkens zijn kop door het hek steekt en roept: next time come to me. Rond een uur of 7 zijn we terug op de boot en krijgen daar weer een heerlijke maaltijd van Ahmed. Aan het einde heeft hij weer een taart ter ere van het afscheid. Henk snijdt de taart en geeft de eerste stukken aan de crew als blijk van onze tevredenheid. Omdat er morgen toch niet meer gedoken kan worden blijft iedereen extra lang hangen en aan de tafel op het achterdek hangen we tot een uur of half 2 wat te kletsen.

Koninginnedag op de Juliana
Klaar