De eerste X
Sprookjes

Vannacht aardig liggen jetlaggen, veel wakker geweest, onrustig slapen. Ik heb nog even voor het huisje gezeten, lekker in je korte broek om half 5 ’s nachts. Vandaag gaan we een full-day trip maken naar de andere kant van het atol. Zoals gewoonlijk zijn de spullen al aan boord als we aankomen en ook het eten is al geregeld. Langzaam beginnen we te wennen aan het feit dat hier alles voor je geregeld wordt. Om 9 uur vertrekt de dhoni en gaan we ongeveer 2,5 uur varen naar de andere kant van het atol. Daar is namelijk een duikstek waar soms reuzemanta’s komen. Öle gaat mee en onderweg krijgen we een briefing van wat we gaan doen. Het mantaseizoen is eigenlijk al voorbij dus is de kans klein dat we er één te zien krijgen. Aan boord een aantal mensen die bijna aan het eind van hun vakantie zijn en dolgraag toch een manta willen zien. Na een lekker rustig tochtje komen we aan bij Bodhu Hita Thila. We gaan overboord en maken een duik samen met Öle, de duikleider. We zien een stuk of wat haaien zwemmen en slapen. Halverwege komen we in een schol met knalgele Snappers terecht. Het is één enorme gouden wervelwind. Als je rustig blijft komen ze om je heen zwemmen en ben je helemaal ingesloten door vis. Na zo’n veertig minuten, begint onze lucht op te raken. Op dat moment zie ik rechts van mij een reuzemanta aan komen zweven, ik weet niet wat ik eerst moet doen; weer adem gaan halen, de andere waarschuwen of genieten, ik besluit het alle drie te doen. De manta komt aangezweefd met open bek en zwemt vlak over onze hoofden heen, met die gekke flappen voor z’n bek. Hij is groot, heel groot. Hij draait nog een half rondje en 3 minuten later is het voorbij. Heel langzaam komt onze ademhaling weer tot rust. Onze lucht begint nu echt op te raken en we besluiten om het rifdak op te gaan en daar uit te duiken. Daar worden we ook nog eens getrakteerd op een enorme napoleonvis. Boven zijn ogen heeft hij een soort uitstulping die groter wordt naar mate hij ouder wordt en aan deze uitstulping te zien is dit overgrootvader. Hij is echt enorm, misschien wel twee meter en dat dan bijna in het vierkant. Als we weer in de boot zijn getild en iedereen is er, blijken we geboren voor het geluk: wij zijn de enige die een manta gezien hebben, tot grote spijt en jaloezie van anderen.

’s Middags wordt de boot ergens achter een rif geankerd en kunnen we even snorkelen voor het eten. Op het rif zien we een grote doopvontschelp met hel blauwe kleuren. De maaltijd bestaat uit een koolsalade met een aantal witte boterhammen en fruit. Normaal gesproken geen culinaire uitspatting maar overgoten met een zonsausje, gemarineerd in zilte zeelucht smaakt het haute cuisine. Om ons heen zien we dolfijnen uit het water springen. Als het eten wat gezakt is gaan we op weg naar de volgende duikstek, Voshila Thila. De briefing is bijzonder, waar het op neer komt: allemaal tegelijk overboord, als een speer naar beneden gaan en vervolgens ergens vast houden aan het rif. Geen flauw idee waar het allemaal voor is maar Öle is de baas. De boot wordt wel dertig keer opnieuw gepositioneerd en uiteindelijk wordt er zelfs een GPS bij gehaald. Wij staan intussen volledig bepakt klaar om overboord te springen. Eindelijk zijn we er en krijgen we een seintje. Zo tegelijk mogelijk gaan we overboord en al snel wordt duidelijk waarom, er staat een enorme stroming onder ons. Als we beneden aankomen moeten we ons vastgrijpen om niet mee gesleurd te worden. Als iedereen een stekje heeft gevonden en tot rust is gekomen kan de show beginnen en inderdaad daar komen de eerste wit- en zwartpuntrifhaaien al aan. Vlak voor ons draaien ze rondje en zoeken ze voedsel. Het zijn eigenlijk verschrikkelijk mooie beesten. De ademautomaat klappert in de mond vanwege de stroming en mijn vingers beginnen zeer te doen. Vlak naast me zie ik Tanja verstoppertje spelen met een grote garnaal. Hij kruipt in alle hoeken maar telkens als hij om kijkt is dat grote mens er nog steeds. Na 15 minuten wordt het mij te gortig en laten we los. We duiken uit boven op de thila en na krap een half uur zijn we weer boven; ’t is toch wel hard werken geweest aan het luchtverbruik te zien. Als iedereen weer boven is gaan we met een sukkelvaartje terug naar Helengeli.

Als we terug zijn om een uur of 6 hebben we nog 2 uur voor het eten en liggen we nog even op het strand en zien de zon in de zee zakken. Om ons heen worden de krabjes actief die holen in het zand graven. Af en aan met telkens een schaar vol met zand, die ze dan weer ergens anders neergooien. De heremietkreeften sjouwen ook al weer met z’n alle langs de vloedlijn. Om een uur of half 8 lopen we langs de receptie om naar Nederland te bellen om door te geven dat alles goed gaat. Het doet ons duivels veel genoegen om te horen dat het sneeuwt, een gure wind waait en verder grijs en grauw is.

Nadat ma Heijdeman voor 70 piek per 3 minuten op de hoogte is gebracht van ons welbevinden gaan we eten. Voor het eten van vanavond hebben ze de hele eetzaal leeggehaald en alles op het strand gezet want er is BBQ on the beach, but duet by wheater(?!?)


De eerste X
Sprookjes