Weerzien met de Nimrod
Klapperende stroming

Vandaag gaat het eindelijk beginnen. We krijgen een licht ontbijt en worden ondertussen gebrieft. Na wat uitloden kunnen we onderduiken. De duikstek, Curtain Wall, is een glooiend rif. We zien vrijwel meteen een aantal grijze rifhaaien rondjes draaien rond de hoek van het rif. Wat hoger op het rif zwemmen een aantal witpuntrifhaaien. Verder is het koraal in redelijk goede staat, er zit veel leven tussen, anemoonvissen en veel, heel veel vlaggenbaarzen. De duik is diep en dus zijn we met een minuut of 40 weer terug bij de boot. Het is weer heerlijk om in de tropen in het water te liggen, de temperatuur van het water is net genoeg om het niet koud te krijgen en om toch verfrist weer op te duiken. Het zicht valt wat tegen, zo’n 20 meter maar laten we niet klagen. Terug bij de boot zien we vanaf onderen de zodiac hard werken om de boot van het rif weg te houden. Aan de zijkant is hij met volle kracht bezig de boot weg te duwen van het rif. Boven gekomen blijkt de wind gedraaid te zijn op het moment dat we zijn gaan duiken. De 4 Amerikaanse wijsneuzen laten niet na om te benadrukken wat een prutswerk dit is, de bemanning laat het gelaten over zich heen komen. Onderweg naar de volgende stek krijgen we de briefing voor de volgende stek. Timmie, een jonge aardige Australische duikgids, werkt nog niet lang als duikgids maar weet een geloofwaardige briefing te geven op basis van de documentatie van zijn voorgangers. Het is een live boat exit, dat houdt in dat de boot zo dicht mogelijk naar het rif toe vaart, iedereen springt aan beide zijde van de boot overboord en begint zijn duik en de boot vaart vervolgens naar dieper water om daar zonder af te meren te wachten tot we terug gebracht worden door de zodiac. De Grootbek Amerikanen gaan tekeer over het gevaar en twee besluiten heel demonstratief niet mee te gaan. Op de vorige trip hebben we heel veel van deze duiken gemaakt en die waren én niet gevaarlijk én prachtig omdat ze vaak aan de buitenkant van het rif in de stroming zijn. Augira Bay begint als een loodrechte muur die bezaaid is met gorgonen. In het diepe blauw zwemmen veel tonijnen en dikkop makrelen. Op een klein plateau in de stroming zit een familie anemoonvissen die heftig proberen in de bijna gesloten anemoon te komen. De anemoon is prachtig oranje. Als we de hoek om gaan zien we een soort baai met veel losstaande bommies. Een cuddlefish is redelijk ver van het veilige rif aan het zwemmen en schiet er als een pijl vandoor als hij ons ontdekt en zich realiseert dat hij zich nergens kan verschuilen. Om de hoek zwemmen we bijna tegen een witpuntrifhaai aan, die overigens erger van ons schrikt dan wij van hem. Een aantal diklipvissen van het soort dat we nog niet eerder gezien hebben ziet er gek uit: ze zijn grijs met zwart vlekken maar hun lippen zijn pikzwart als of ze Gothics zijn. Tussen de bommies, die tuintjes op zich zijn, staan veel reuze doopvontschelpen. Terug op de boot staat de lunch al klaar. Sue is een prima kok, ze staat vrijwel onafgebroken te zwoegen in de keuken maar het is zonder uitzondering lekker. We stomen verder naar een volgende stek en dat is een grote onbekende. Er is nog niet eerder gedoken dus gaat hij de (log)boeken in als Unknown. Het is geen schokkende duik. Het zicht is mager en dat komt door de enorme wolken met kril, kleine kwalletjes, rare sliertjes en meer van dat soort weekdieren. We houden het diepe blauw in de gaten want dit lijkt me ideaal voor manta’s maar helaas zien we deze niet maar als ik mijn hoofd omdraai richting het rif kijk ik recht in de ogen van een grijze rifhaai die op 5 meter afstand voorbij zwemt. Ze zijn niet agressief maar als je zo dichtbij bent schiet je hardslag wel even omhoog. Onder een rots zien we 3 grote lobsters die steeds dieper weg kruipen als we er voor hangen. Het slechte zicht dwingt ons het macro leven op te zoeken en dat is dan toch weer leuk om te zien. Aan het einde van de duik zien we een prachtige kwal, met dikke korte tentakels en een mooie rode kleur. Boven water is het tijd voor een snack en verkassen we weer naar een volgende stek. Steve vertelt over een aantal duikbestemmingen waar hij gedoken heeft en hij blijkt erg veel gezien te hebben. Hij is laaiend enthousiast over de Cocos eilanden bij Costa Rica. Intussen zijn we bij de Swimming Pool aangekomen. Deze stek hebben we de vorige keer ook gedaan op de eerste dag maar dat was niet zo’n succes. Erg veel stroming en redelijk weinig te zien. Benieuwd om te zien wat historische afstand met ons beeld. De duik is prachtig en ik herken werkelijk niets van de duiklocatie, het landschap dat ik in mijn hoofd had, heeft niets te maken met de duikstek. Een blauwgespikkelde pijlstaartrog is aan het jagen en zit in het zand te wroeten. Het lijkt wel een verzamelplaats voor naaktslakken en platwormen. Tientallen zien we er. We duiken samen met Kevin, de Engelsman, en dat gaat prima. Hij hangt als een soort satelliet boven ons. Hij lijkt niet zo goed in trimmen te zijn en daarom blijft hij vrij ver boven het rif hangen maar daardoor hebben we totaal geen last van hem, het is gewoon af en toe even omhoog kijken of alles nog goed gaat. Terug op de boot eten we en na een uurtje maken we ons op voor de nachtduik wederom bij de Swimming Pool. Die valt een beetje tegen, waarschijnlijk door de verwachtingen die vanmiddag gewekt zijn. Slapende vissen, veersterren die prachtig uitstaan, garnaaltjes, een krabje en een grote slak (met huis) maar echt bijzonder wil de duik niet worden. Intussen is dit duik nummer 5 en als we eenmaal boven zijn en het toetje verorberd hebben redden we nog net een biertje en dan is het rennen naar de cabin anders vallen we halverwege in slaap

Weerzien met de Nimrod
Klapperende stroming