'n Luie luipaardhaai*
Terug naar de kust

Vroeg opstaan, thuis een ramp, hier eigenlijk het enige leuke om te doen: als je hier met je ogen dicht verblijft ga je veel missen, dus niet langer slapen dan noodzakelijk. Toch is de ketting van het anker een iets te enthousiaste invulling van onze wensen. Wakie, wakie klinkt het over de boot en een half uur later zitten we aan een licht ontbijt terwijl de boot op weg is naar onze eerste duikstek. Nog twee, misschien 3 duiken op Tijou reef en dan naar de favoriete plek van de kapitein, Layna’s bay, genoemd naar zijn dochter. We maken de eerste duik op Tijou Wall en die naam is goed gekozen. We komen langs een bijna kaarsrechte muur uit. Omdat iedereen tegelijk afdaalt heb je met zo’n kaarsrechte muur altijd meer last van de ander. Zit er iemand onder je, en dat is al snel zo bij een kaarsrechte muur, dan zijn de bellen die daar uit voortkomen vaak best vervelend. We laten ons dus wat terugzakken en beginnen de duik. De eerste canyon levert al gelijk een luipaardhaai op.

Nao duikt mee en daalt af tot ze bijna oog in oog met de haai ligt, dat haalt bij ons de scherpe kantjes er ook wel af en wij durven dus ook wat dichterbij te komen. Ze zijn echt heel mooi en zo rustig. Ze laten zich alle aandacht welgevallen tot hij het zat is en wegzwemt. We gaan door en krijgen bezoek van een grijze rifhaai, enkele rondje maakt hij en vertrekt dan weer. Even verder op is de luipaardhaai weer geland en kunnen we in de herkansing de haai van nog dichterbij bekijken. De muur wordt soms onderbroken door valleien die een stroom van koraalzand afvoeren, alsof je langs een berghelling vliegt en dat doen je dan ook eigenlijk. Een heerlijk gevoel geeft dat altijd als je voelt dat je eigenlijk vliegt. Vlak voordat we opstijgen zien we 2 grote, oude koraalduivels sloom over het koraal zweven. Een mooie duik. We ontbijten voor het echie, lekker spek met eieren en gebakken tomaten en gaan intussen op weg naar de laatste duikstek op Tijoureef. Onderweg krijgen we de briefing. Het is een muur, genaamd Tijou East. Om 9 uur staan we opgetuigd en al in het gangboord te wachten tot het verlossende go, go, go van de captain over het schip klinkt, maar Demi, die de currency moet checken, komt er niet echt uit en doet er lang over om te bepalen waar de stroming heen gaat. Uiteindelijk als mijn pak al vol met zweet staat, weet hij het en kunnen we er in. De camera wordt opgepikt bij Klaus, die de tender bestuurt, en we kunnen afdalen. Tijdens de daling zien we al de eerst zilverpunt  rifhaai aan komen, een echte grote knaap, 3 meter of meer. Hij bekijkt al dat gespartel meewarig en vertrekt na een aantal intimiderend rondes waarbij hij steeds dichterbij komt. De koralen zijn prachtig; uitbundige kleuren, met overal leven. Onder een groot stuk tafelkoraal zit een flinke kreeft boos te kijken, blokken rood koraal met daarop paars met witte zakpijpen, gorgonen van meters groot staan zacht in de stroming te wiegen, anemoonvissen vallen ons aan als we te dicht bij hun anemoontuintje komen, kortom een heerlijk ochtendtafereeltje in huize Tijou. Na zo’n 10 minuten worden we bezocht door een grijze rifhaai die hetzelfde intimiderende gedrag als zijn verre neef vertoont, rondjes draaien en intussen uitchecken wat die rare wezens allemaal doen. Hij is nog niet uit het zicht verdwenen of zijn plaats wordt ingenomen door een witpuntrifhaai die lui tussen het koraal zwemt. Waar de grote haaien alleen vanuit het grote blauw aankomen zien we de witpuntrifhaai altijd rondsnuffelen op het rif en komen wij voor hem uit het grote blauw. Op de muur, die soms voorover helt en een hoek van meer dan 90° maakt, zitten op een aantal plaatsen prachtige naaktslakken verborgen. Beat, ook een fan van naaktslakken, vindt er twee en wij wijzen hem er ook weer twee. Een enorme school met kleine kardinaalbaarzen geeft een demonstratie collectieve effectiviteit. De kleine vissen hebben op hun staart een gelig vlekje die net een oog is, als de groep dan ook voorbij zwemt is het soms onmogelijk om één individuele vis te volgen. Moet handig zijn als ze aangevallen worden. Vanaf het wateroppervlak krijgen we bezoek van een grote schildpad die gracieus en langzaam voorbij zwemt. Af en toe stopt hij om wat te knabbelen aan het rif. Het is een enorme knaap, volgens mij degrootste die we ooit gezien hebben en ik twijfel dan ook of het een karetschildpad is, want die worden niet zo groot. Uitgezwaaid door een grote sliert met blauwe fuseliers, hangen we nog zo’n 3 minuten uit op 5 meter en gaan naar boven. We worden op sleeptouw genomen door Klaus en afgeleverd op de boot. Omdat we al een aantal keren mensen rakelings langs de boot gesleept zagen worden, probeer ik af en toe te kijken waar we zijn. Dat valt niet mee als je op volle vaart door de tender wordt voortgesleept. De ademautomaat klappert in de stroming en je bril wordt half van je hoofd getrokken. Als ik het weer een keer probeer slaat de ademautomaat uit mijn mond en wordt meteen helemaal naar achteren getrokken. Geen zin om los te laten, dus met mijn ene vrije hand probeer ik de automaat weer te pakken. Net als ik geen lucht meer krijg en los wil laten mindert de tender vaart en zijn we bij de Nimrod. Als iedereen boven is gaat de boot op weg naar Layna’s Bay, zo’n 3 uur varen. Onderweg is het lunchtijd en tijd om lekker uit te buiken in de zon. Aan de horizon zijn aardig wat wolken verschenen maar die lijken bij de kust te blijven. Australië, al meer dan 1½ jaar droog, krijgt misschien wel een buitje. Om 1 uur leggen we aan en we ankeren meteen dus blijven we vannacht hier slapen. Layna’s Bay is een zanderige baai, die diep het rif in gaat, met aan beide zijde een muur. Het zicht is amazing volgens de captain, it’s amazing if you see anything at all… dat belooft niet veel goeds. Rond half 2 gaan we overboord en komen in melkachtig water terecht. Als we wat weg zwemmen uit de kom wordt het iets beter maar het blijft niet meer dan 10, 15 meter zicht. We zien wel een flinke groep met napoleons rondzwemmen, maar zo nieuwsgierig als ze in de Rode Zee zijn, zo schuw zijn ze hier. Een aantal   prachtig fel gekleurde anemoonvissen huist er, we zien een klepper van een reuze diklipvis die heel relaxt blijft hangen en zich bijna laat aaien, maar naar de manta’s, waar hier een grote kans op zou zijn, kijken we al niet eens meer want met dit zicht moeten ze wel bijna tegen ons aan zwemmen. Aan het einde van de duik komen we weer uit op de zandige baai en blijven daar een minuut of vijf op het zand liggen om de goby te bekijken, kleine visjes die in symbiose leven met een blinde garnalensoort. De garnaal houdt een holletje op orde en de goby waarschuwt voor gevaar. Als je rustig bent, zie je eerst de goby boven komen en steunend op zijn vinnen op de uitkijk staan. Dan een minuutje later komt er weer beweging in het holletje en komt er een garnaal met steentjes en zand in zijn scharen naar buiten. Heel grappig om te zien. Zo’n 74 (!) minuten later komen we weer boven. Daar is de helft van de groep in rep en roer want zij hebben manta’s gezien. Rich & Annie hebben er 1 gezien, en Per en Glenn zelfs twee. We ruimen de spullen op en besluiten om een schemerduik te gaan maken. We liggen een half uurtje en besluiten om wat te gaan snorkelen. Dat valt niet mee want er is een behoorlijke golfslag en die maakt dat je niet echt rustig kan snorkelen dus een kwartier later staan we weer aan boord. Daar zijn intussen ook de captain en Nao weer bovenwater gekomen en ook die hebben manta’s gezien… Ik sta me Beat op het achterdek wat te kletsen en we zijn allebei een beetje teleurgesteld dat we nog geen manta’s hebben gezien. Chantal had geen zin meer om te duiken en Tanja wilde ook relaxen. We kunnen nog een extra duik maken, we hebben nog zo’n 4 uur de tijd. We besluiten in ieder geval samen te gaan. Als ik het plan voorleg aan Tanja duurt het ongeveer 2 seconden en besluit Tanja ook mee te gaan. Op het achterdek aangekomen staat Chantal ook al haar pak aan te trekken, dus die heeft ook al weinig verzet geboden. Het is een beetje tricky om alleen voor de manta’s te gaan duiken, want als je er geen een ziet dan gaat dat irriteren en dat kan nooit de bedoeling zijn, niet geschoten is altijd mis dus daar gaan we. Chantal en Beat gaan de andere kant op als wij want Nao wijst ons de andere kant van het rif aan. Maar daar is het zicht zowat nog slechter en dus draaien we om. We halen Chantal en Beat na zo’n 10 minuten in. Iedereen kijkt om zich heen op zoek naar Manta’s. Tanja zwemt achteraan en als ik achterom kijk hoe het met haar gaat, slik ik bijna mijn adem automaat in. Een gigantische manta zwemt recht op ons af! Tanja ziet hem ook vrijwel gelijk en met onze bottlebanger waarschuwen we ook Chantal en Beat. Hij zwemt recht op ons af en maakt pas op een meter of 5 voor ons een haakse bocht om het grote blauw in te zwemmen. Met prachtige bewegingen verdwijnt hij in het niets. De kop is eraf en bijna opgelucht zwemmen we verder. Nog geen 10 minuten later komt er vanuit het blauw een tweede manta langs vliegen. We genieten met volle teugen. En om ons nog eens extra te verwennen, komen er nog eens 10 minuten later nog eens 2 manta’s aanvliegen. Ze zwemmen heel rustig en ik kan een flink stuk met ze mee zwemmen. We zitten er vlak onder. De voorste is helemaal zwart en de tweede is prachtig grijs met bijna witte strepen. Als ik ze niet meer bij kan houden draai ik om en zie zelfs niet eens meer het rif. Ik weet nog waar ik vandaan kwam en zwem terug en zie gelukkig als snel Beat, gevolgd door Tanja. We zwemmen terug, zien nog van alles maar zijn te vol van de manta’s om het echt op te nemen.

Boven water, als dat onhandig ding eindelijk uit je mond mag, barst iedereen los, zag je eerste? en die twee dan, wat waren ze mooi, waanzinnige beesten. Kortom een geslaagde expeditie. Zo’n 2 uur later, nauwelijks op adem van de vorige 4 duiken, staan we ons al weer in het pak te hijsen. Een nachtduik. We zien heel veel garnalen en kreetjes. Tientallen poetsgarnaaltjes zitten in het rif. Als je met je lamp schijnt zie je eerst de rode puntjes reflecteren en vervolgens met wat speurwerk zie je ze zitten. Wit met rode banden. Harige poten en lange voelsprieten. Er zwemmen een aantal koraalduivels rond, die blijven toch ook prachtig, hoe vaak ik ze ook zie. Met de waaiers van vinnen, de uitbundige kleuren en hun giftige stekels. Als we Chantal & Beat tegen komen krabbelt hij wat op zijn bordje en laat het ons zien: Die Hollander sind auch uberall… Zo wordt er nou over je gepraat als je een vakantielustig landje bent. Aan het einde van de duik, als we weer bij het touw zijn aangekomen kruipt een prachtige, knalrode heremietkreeft rond. Een tweedehands schelp met een anemoon erop sleept hij achter zich aan. We doen nog wat acrobatische toeren op het touw om extra lang uit te wassen en komen bijna een uur later weer boven. Vijf duiken per dag, een nieuwe record, te meer daar een van de duiken ook nog eens 74 minuten duurde, ook al een record, samengevoegd met het zien van de grootste vis tot nu toe, de manta’s een echte recorddag, 292 minuten onder water doorgebracht, nog even en er groeien kieuwen in onze hals. Een nadeel heeft het wel, na het eten zit iedereen gezellig te kletsen maar zowel wij, als Chantal en Beat, verdwijnen met kleine, schaapachtige ogen naar de hut en rond half 10 gaan de luiken dicht.

'n Luie luipaardhaai*
Terug naar de kust